[Column] De zingende paraplu

Iedere week geven onze columnisten Bjoro en Da_Sandman om en om hun kijk op de voetbalwereld.
Deze week is het woord aan Bjoro, die de aftrap verricht van een serie columns waarin beide schrijvers elkaar zullen vragen en antwoorden over diverse gebeurtenissen die zowel binnen als buiten de lijnen van het voetbalveld plaatsvinden.

Een echt talent was ik niet, fanatiek wel.
Ik was er altijd, het liefst een uur vantevoren. Trainingen sloeg ik bijna nooit over, deed mijn huiswerk desnoods maar voor de helft. Zat wel altijd in de hoogste elftallen, kon altijd redelijk meekomen met de rest, maar was nooit een echte uitblinker, een enkele helft per seizoen uitgezonderd. Dan maakte ik eens twee doelpunten en kon daar dan weer een half jaar op teren.
Als mijn eigen wedstrijd gespeeld was, kleedde ik me expres niet meteen om, bleef nog een beetje in mijn voetbalkleding hangen in de hoop dat leiders van andere elftallen driftig op zoek waren om hun elftal te completeren. En dus speelde ik meestal twee wedstrijden per weekend, heerlijk!
‘s Avonds lekker vroeg in mijn pyjama, mijn vader die tosti’s aan het maken was, ‘s winters een bakkie soep erbij, mijn zaterdag kon niet meer stuk!
Tijdens Die Sportschau vroeg ik altijd aan hem wie in welke kleur speelde en voor wie hij was, dan was ik voor de andere club en zo hadden we tijdens het eten, dat in tegenstelling tot de rest van de week wel aan de voortafel mocht plaatsvinden, een heuse competitie.
En als ik dan later op de avond na een bakje chips en een glaasje fris naar boven moest, stapte ik moe maar voldaan in mijn bed; het was weer een mooie zaterdag geweest !

Ook toen ik een jaar of vijftien was, probeerde ik het liefst twee wedstrijden per weekend te spelen, 's zaterdags in de B1 en 's zondags bij de A3 of A2.
Heel soms (als ze echt te kort hadden) mocht ik zelfs op de bank bij de A1, dan was ik zo zenuwachtig dat ik hoopte dat ik maar niet in hoefde te vallen.
Maar goed, tijdens de jaarlijkse uitstapjes van de jeugd, mocht ik dus niet alleen met de bowlingavond voor de B-junioren mee, maar ook met het uitje van de A-jeugd. Die gingen naar een wedstrijd van het Nederlands elftal. Het duel werd gespeeld op een woensdagavond in het Olympisch Stadion van Amsterdam, ergens halverwege november. Toen we van huis gingen begon het net een beetje te regenen, maar wat kon mij dat schelen, ik zou Oranje in het echt zien!

Eenmaal aangekomen op het stadionplein bleek dat parkeren in de buurt van het stadion een utopie was en zo gebeurde het dus dat we na een wandeling van ruim een half uur door en door nat aankwamen in het stadion. Zoeken naar een plekje terwijl iedereen het Wilhelmus in je oor staat te schreeuwen is op zich een aparte ervaring, maar geen aanrader.
Had ik trouwens al gezegd dat Nederland tegen Polen moest en weet iedereen dat er slechts enkele plekken in het Olympisch zijn die WEL overdekt zijn?
Goed, de regen stopte geloof ik pas de dag erna en dat kwam het niveau van onze nationale mooi-weer-voetballers niet ten goede.

Eindelijk rust, even vijftien minuten geen oersaai voetbal op je netvlies.
Er kwam een man het veld op die door een microfoon een geweldig applaus vroeg voor de “special-guest” van vandaag. Wat waren we benieuwd. Er kwam een grote paraplu het veld op, we zaten te ver weg om de benen die er onder vandaan komen te herkennen.
Maar toen de paraplu begon met “Ik ben naar Mexico gekomen”, wisten we genoeg.
Alsof de wedstrijd nog niet erg genoeg was, werden we in de rust nog getrakteerd op een optreden van Mary Servaas die onder haar artiestennaam “Zangeres Zonder Naam” nog bekender is.

De 2e tweede helft kon alleen nog maar beter worden, dat kon toch haast niet anders?
Helaas, bondscoach Rinus Michels probeerde zijn elftal nog wel wat aanvallender te laten spelen en had Ronald Koeman in de kleedkamers achtergelaten en daar John Bosman voor de wei in gestuurd. En als Simon Tahamata na 75 minuten uit zijn lijden wordt verlost (hij is even daarvoor al voor de zevende keer uitgegleden, telden wij!) hopen we nog op één bevlieging van Gullit, Bosman, Van Basten of misschien zelfs René van der Gijp.
Ook hierin werden wij teleurgesteld en zo gingen we zeiknat, ijskoud en met het drie-dagen-niet-uit-je-hoofd-te-krijgen melodietje van Mexico terug naar huis.
Oranje verspeelde hier bij mij een hoop sympathie en ik wist dan ook zeker dat ze het EK88 in Duitsland nooit zouden halen.
Echt kijk erop had ik dus ook al niet!

Wat is eigenlijk de mooiste wedstrijd waar jij bij bent geweest, Da_Sandman?