Ministers botsen om verdachte Schipholbrand

Icoon PolitiekDe Raad van State moet uitkomst bieden in een geschil tussen de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Justitie. De inzet is de vreemdelingenbewaring waarin de Libiër zit die wordt verdacht van brandstichting in het cellencomplex op Schiphol vorig jaar.

De vraag is of het vreemdelingenrecht dan wel het strafrecht doorslaggevend is in deze zaak, zo bleek donderdag tijdens een zitting bij de Raad van State. Het gerechtshof in Amsterdam bepaalde onlangs dat het voorarrest van Achmed Al-J. moet worden opgeheven en dat hij zich beschikbaar moet houden voor het proces. De verdachte zou zich dan dagelijks bij het politiebureau moeten melden.

De Libiër kwam echter niet op vrije voeten. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) plaatste hem onmiddellijk in vreemdelingenbewaring, omdat hij geen geldige verblijfspapieren heeft. Zijn advocaat, Peter Paul Mol, stelde bij de Raad van State dat de vreemdelingenbewaring van zijn cliënt als oneigenlijke verlenging van de voorlopige hechtenis wordt gebruikt.

Niet onrechtmatig
De landsadvocaat betoogde namens minister Rita Verdonk van Vreemdelingenzaken dat Al-J. niet onrechtmatig in vreemdelingenbewaring is geplaatst, omdat de kans dat hij wordt uitgezet nog steeds aanwezig is. Tegelijkertijd gaf hij toe dat uitzetting ingaat tegen de wens van het Openbaar Ministerie om de Libiër in Nederland te houden en voor de rechter te brengen. "Er is hier sprake van een spanningsveld." Volgens hem was er geen probleem ontstaan als het hof de voorlopige hechtenis niet had geschorst.

De Raad van State vroeg de landsadvocaat naar het standpunt van de ministers in deze kwestie, terwijl zij nu juist een uitspraak van het hoogste bestuursorgaan willen. Verdonk ligt in de kamer ook al onder vuur over een andere kwestie.