Berging Koersk uitgesteld

De berging van het wrak van de Russische kernonderzeeër Koersk, die in augustus vorig jaar in de Barentszzee zonk, is uitgesteld naar de herfst. Reden is geldgebrek.

Dat maakte de voorzitter van de Russische onderzoekscommissie naar de ramp zondag bekend. Volgens vice-premier Ilja Klebanov zijn er "moeilijkheden het benodigde bedrag voor de operatie bijeen te brengen", aldus het persbureau Interfax. Het ondertekenen van het bergingsverdrag tussen de Russische autoriteiten en het internationale consortium loopt door het geldgebrek eveneens vertraging op.

Klebanov schat de totale kosten voor het lichten van het scheepswrak op zo'n 80 miljoen dollar (bijna 190 miljoen gulden). Het Nederlandse bergingsbedrijf Smit Tak en het offshorebedrijf Heerema maken deel uit van het consortium dat de Koersk op de bodem van de zee in tweeën wil zagen en omhoog takelen. Behalve de Nederlandse firma's hebben ook het Brits-Noorse Halliburton en de Russische bouwer van de Koersk Rubin een plaats in het samenwerkingsverband.

Het voorste, door explosies zwaar beschadigde deel zal voorlopig in de Barentszzee blijven liggen. Het achterste deel moet naar de haven van Moermansk in Noord-Rusland worden gesleept. De Koersk verging 12 augustus vorig jaar. Niemand van de 118 bemanningsleden overleefde de ramp. Het ongeluk is vermoedelijk te wijten aan het ontploffen van de eigen torpedo's.