Schoenspraysukkel

‘Deze doen?’
‘Ja.’
‘Ze zijn mooi hè?’
‘Prachtig.’
‘Zal ik er ook een beschermspray bij doen?’
‘Nee dank je, ik heb thuis genoeg schoensmeer.’
‘Maar uw schoenen vragen echt om een speciale spray meneer, anders zijn ze zo naar de Filistijnen. Is toch zonde van uw mooie nieuwe schoenen.’
‘Ja maar…’
‘Gewoon eens per maand insprayen en ze blijven als nieuw. Echt.’
‘Nou, doe er maar bij dan.’

Inderdaad, ik sta niet heel stevig in mijn schoenen. Maar het is echt niet alleen mijn schuld dat ik al twaalfhonderd bussen thuis heb. Die schoenendozen achter de kassa doen het er gewoon om. Ze praten op je in dat je net dure schoenen hebt gekocht en dat je die toch zeker niet zomaar verrot wil laten gaan. Schoenen zijn net een hond. Je moet ze tijd en aandacht geven, dan heb je er het meeste plezier van. 

‘Ik neem aan dat ik bij deze dure schoenen de spray gratis krijg.’
‘Nee meneer, de spray is 12,95. Maar u hóeft hem niet te nemen hoor. Dan koopt u over drie maanden gewoon weer nieuwe schoenen. Kan ook.’

Het gekke is, ik spray mijn schoenen nooit in. Vind ik nog stommer dan iedere dag je bed opmaken en allemaal kussentjes op het voeteneind leggen die je er ‘s avonds weer af moet halen. In onze schuur staan inmiddels twaalf plastic kratjes met spuitbussen. De meeste zijn voor schoenen die al lang aan de voeten zitten van arme Roemeense mensen. Mogen spuitbussen ook in de kledingcontainers? In Roemenië moeten schoenen toch ook vuil- en waterafstotend zijn.

Ik zie nu al op tegen mijn volgende bezoek aan Ziengs. Daar ga ik met lood in mijn schoenen heen. En waarschijnlijk met een nieuwe spuitbus weer terug.