Weg met de Beschaving

Het vrouwtje stapte bellend de bus in en ze leek te huilen. Vrouwtje is niet denigrerend bedoeld, ze was gewoon niet zo groot. Ik schatte haar rond de vijftig, maar ik kan er hopeloos naast hebben gezeten. Aan haar uiterlijk en taal te oordelen kwam ze naar alle waarschijnlijkheid uit Zuid-Amerika. Dat soort mensen vind ik altijd moeilijk in te schatten voor wat betreft hun leeftijd. Niet zo gek lang geleden zag je regelmatig van die Inca's op pleinen en bij winkelcentra hun geld bij elkaar bedelen met die vreselijke panfluitmuziek, een geluid dat overigens ver te prevaleren is boven het gejank dat Polen en Roemenen, die de plaats van de Inca's hebben overgenomen, uit hun accordeon weten te halen. De leeftijd van die Inca's vond ik ook altijd moeilijk te schatten. Ze lijken snel oud. Al snikkend en pratend liep het vrouwtje langs mij en nam een aantal stoelen achter mij plaats.

Ik had medelijden met haar. Het is sneu als je de bus moet halen en je bent net bezig een droevig telefoongesprek te voeren. Een gesprek dat een groot deel van de bus nu kon volgen, ware het niet dat waarschijnlijk niemand de taal sprak waarin ze in de telefoon zat te snikken. Het gesnik was wel voor iedereen duidelijk; dit was geen goed-nieuwsgesprek. Onwillekeurig vraag je je in zo'n situatie af wat er gebeurd zou zijn. Misschien was er een familielid of een goede vriend overleden. Zoiets moest het zijn. Hoewel ik haar leeftijd niet goed kon schatten was ze zeker te oud om via de telefoon van haar vriendje te horen dat hij het uitgemaakt had. Ze had er ook voor kunnen kiezen om dit gesprek enigszins privé te voeren door op het busstation te blijven staan en een stil hoekje te kiezen, maar kennelijk had ze er zelf geen last van dat iedereen kon meegenieten. Mij begon het steeds meer te irriteren. Dat iedereen tegenwoordig de meest infantiele gesprekken door welke publieke plek dan ook schijnt te moeten blaten is nog tot daaraantoe, maar moet nu ook al onze privé-sfeer binnengevallen worden met het persoonlijk leed van iedereen? Ik had de neiging om op te staan en datgene te zeggen wat mijn vader ook altijd zei: "Als je nou niet gauw ophoudt met janken dan zal ik je een reden geven om te janken." Maar ach, ze had al zo'n verdriet en waarschijnlijk sprak ze de taal niet eens, dus waarom zou ik moeite doen. Bovendien ben ik opgevoed met het idee dat je iedereen in zijn waarde moet laten en dat je in het openbaar geen scène gaat maken, in tegenstelling tot een groot deel van de bevolking.

Ergens, in het niet zo verre verleden, moet het moment gekomen zijn dat wij onze emoties menen te moeten delen met de rest van de wereld, het liefst met zo veel en onbekend mogelijke mensen. Volgens mij heeft dit zich ingezet toen de real-life soap en emo-tv populair begonnen te worden. Volslagen onbekenden die voor gans de natie hun leed uit de doeken gingen doen. De liefhebbers van dit soort programma's, uitgezonden op zenders die van de kijkers een niet al te hoge intelligentie verwachten, hebben dit real-life concept het echte leven ingetrokken. De opkomst van social media, zoals Hyves en Facebook hebben dit gedrag versterkt. Weg is de schaamte en de mentale barrière. Iedereen moet weten van onze vreugde, problemen en gevoelens. Het liefst zou iedereen een pet dragen waarop een display van led-lampjes is gemonteerd waarmee de huidige gemoedstoestand wordt aangegeven: vrolijk, verdrietig, liefdesverdriet.

Brutalen hebben de halve wereld, is een bekend gezegde. Dan blijft er nog de helft over voor de rest, maar de schaamtelozen hebben daar nu ook een groot deel van ingepikt, al vallen beide categorieën vaak samen. De brutalen hebben het fout, dacht ik vaak. We moeten eerlijk delen en een beetje rekening met elkaar houden, maar tegenwoordig ben ik daar anders over gaan denken. De brutalen hebben gelijk. Weg met de beschaving. Beschaving is niets anders dan het erkennen van zwakte, het verschuilen achter conventies en afspraken omdat je te bang bent om voor jezelf op te komen. Beschaving is het afdakje waar je onder gaat staan omdat je bang bent om nat te worden door een beetje regen. Een afdakje dat veelal door de overheid is gemaakt omdat zij ook geen idee heeft wat ze met natte mensen aanmoeten, maar inmiddels heeft diezelfde overheid geen idee meer waarom dat afdakje er ook alweer was. Beschaving is een last die wij met ons meezeulen en die ons beperkt in onze mogelijkheden. De grootste stappen vooruit in de mensheid werden gemaakt toen er van beschaving nauwelijks nog sprake was. Beschaving is de wet op de remmende voorsprong.

Afgelopen zondagavond om 20:00 uur is er in Rotterdam een mars naar Den Haag gestart, de Mars der Beschaving. Een groep van zo'n duizend kunstenaars en sympathisanten is een tocht naar Den Haag begonnen om daar te demonstreren tegen het regeringsbeleid om fors te bezuinigen op de subsidies die naar de kunst en cultuur gaan. Iedereen die de kunsten een warm hart toedraagt en tegen de voorgenomen bezuinigingen is mocht meelopen. Het geeft te denken aan de maatschappelijke draagkracht van het verzet dat er uiteindelijk slechts duizend mensen bereid waren mee te lopen. Volgens de organisatie waren het drieduizend mensen waarvan er tweeduizend in Den Haag aankwamen, maar zelfs als wij dit naar jezelf toerekenen, waar ze buitengewoon goed in zijn geworden, voor waar aannemen is het nog een uitermate triest percentage van de totale bevolking. Kennelijk wil de elite, want daar wordt kunst uiteindelijk toch voor gemaakt, wel de lusten maar niet de lasten. En voor die lusten is het gewone volk niet meer bereid mee te gaan betalen.

De hooghartige kunstenaars hebben het aangedurfd om hun strijd voor subsidie de Mars der Beschaving te noemen. Kunst staat voor hun gelijk aan beschaving. Mits die beschaving gesubsidieerd wordt natuurlijk. Een beetje gesponsord worden om te doen wat je leuk vindt, dat wil iedereen wel, maar zo werkt het niet, dat hebben de Grieken inmiddels wel bewezen. Voor Peter Klaasen van de afdeling Networking van KPN wordt geen Wikipediapagina geopend met als inhoud: Van 2008 tot 2015 zat Peter in zijn Draadloze Dadaïstische periode. Met zijn scherpte en zijn inzicht dat hem onderscheidde van zijn collega-netwerkers, heeft hij een fijnmazig breedband-netwerk opgezet waardoor het voor gebruikers in heel Europa leek alsof hun wireless-apparatuur aangesloten was op een glasvezelkabel. Nee, Peter Klaassen moest het doen met een slecht verlichte flexplek en drie weken vakantie per jaar en hij verliet deze aarde net zo arm als dat hij geboren was. Wat dat betreft had hij wel wat weg van de oude meesters. Met kunst had hij niets op. Pindakaas op de vloer? Dat was wat hij ontbijt noemde. Absoluut geen kunstwerk.

Als na jaren en jaren de kunst niet in staat is om zonder subsidie te bestaan dan is het maar de vraag of dat nog langer gesubsidieerd moet worden. Dan is het duidelijk dat "het volk" kennelijk geen kunst wil. Voor de musicals van Van den Ende staat men in de rij en worden er keer op keer extra voorstellingen toegevoegd. Dat is kennelijk wat het volk wil, hapklare consumptiekunst. Als je als kunstenaar iets leuk vindt om te doen dan moet je maar zorgen dat je daar geld mee verdient, of anders moet je iets anders gaan doen. Zo werkt dat overal, het wordt tijd dat kunstminnend Nederland daar maar eens aan gaat wennen. De elite moet dan maar wat meer betalen voor hun ballet, klassieke concerten en hun pindakaasvloeren. Daar hoeven de Peter Klaassens van deze wereld niet aan mee te betalen. Die hebben al genoeg moeite om hun hoofd boven water te houden. Voor hen is het al een hele kunst als ze iedere maand de eindjes aan elkaar kunnen knopen. En zeg nou zelf, als kunstenaar wil je voor dat plebs toch ook je kunsten niet vertonen.