Kampeerfalers

Jan Willem Grift

Afgelopen vrijdagnacht stonden tientallen kampeerders weg te waaien in de buurt van Kennemer Duincamping Bakkum bij Castricum. Zij trotseerden het gure weer met een speciaal doel: een campingplek bemachtigen op dit vakantiepark. Vrijwillig! Met moeite heb ik geaccepteerd dat er mensen zijn, die graag in Nederland kamperen. Maar dat er ook lieden zijn die dagenlang in natte bosjes liggen voor de laatst beschikbare plaatsen?

Op een stuk drassig duingras staat een grote cirkel van iglotenten, die geteisterd worden door hagel, wind en regen. In het midden liggen twee plastic stoelen naast een Hartman-tafel met een omgevallen thermoskan. Uit een van de tenten steekt een besnord gezicht, dat weemoedig omhoog kijkt. Meer treurnis is er in één beeld niet te vangen. Ik bedenk dat een aantal van deze kampeerfalers in juli twee weken lang met het hele gezin nogmaals in zo'n situatie zit. Om ‘lekker tot rust' te komen. Brrr! Nee, dan Egypte. Daar hebben ze het maar makkelijk. Aanstellerig gedoe met onleesbare spandoeken en protestleuzen, die eeuwig op repeat lijken te staan .

Ruim twee weken al kamperen tienduizenden heetgebakerde Egyptenaren op een plein in Caïro. Ik snap niet waarom. Dertig jaar lang probleemloos onderdaan zijn van een president met principes en er dan ineens schoon genoeg van hebben. Met zijn allen langdurig roepen dat Mubarak weg moet, zonder te weten hoe het daarna verder moet. Vreemd. Als een oude oliesjeik, die zich honderden keren dampend uitleeft op een meisje van plezier en haar, na jarenlange trouwe dienst, plotsklaps bij het grof vuil zet. Stank voor dank.

Intussen zitten ze daar maar op dat plein, die gekke Arabieren. Te schreeuwen in de zon. Zich onbewust van het feit dat er duizenden kilometers verderop mensen onder een lekkend tentdoek liggen te wachten voor een plek op de Kennemer Duincamping. Een prachtige gelijkenis. Twee groepen mensen weerbarstig op zoek naar rust en vrijheid. Vastberaden hun doel te bereiken, maar diep in hun hart wetende dat dat niet gaat gebeuren. De ene groep in de druilerige Castricumse regen en de andere op een matje in een verzengende hitte. Allebei even uitzichtloos.

Ik weet nog niet wat mijn vakantiebestemming wordt aankomende zomer. Denk dat ik mijn laptop in de tuin zet en dan heel lang tegen het apparaat ga schreeuwen dat ik op vakantie wil. Wie weet dat mijn droomreis dan vanzelf uit de printer komt rollen. Zo lang het geen camping in Noord-Holland wordt, vind ik het best.