Nuttig of nutteloos?



Ik weet nog goed dat mijn broer een SNES-pakket kreeg met Donkey Kong Country. Ik was net over mijn hoofdzakelijkste tijdverdrijf van luiers vol torpederen heen gegroeid, toen ik vol verwondering toe keek hoe mijn broer met twee aapjes door sidescrolling-levels heen hupste. Die trapauto en duploblokken leken meteen compleet nutteloos, gamen; dat was pas nuttig. En toen, op het moment dat de SNES al een tijdje in huize Nebo stond, pakte ik de controller voor het eerst vast en was ík degene die met de aapjes door levels heen hupste; wat een gevoel! Kleutertje Nebo werd volwassen; kleutertje Nebo ging gamen.

Jullie hebben nu vast wel de conclusie kunnen trekken dat ik niet oud ben. Dat klopt; ik loop nu ruim zeventien jaar rond op de aardbol en heb het magistrale NES-tijdperk helemaal gemist. Geschrokken? Het wordt erger; ik heb de tijd van de Nintendo 64 en Playstation overgeslagen. Terwijl iedereen genoot van de revolutie op het gebied van games, was ik nog lekker bezig met games zoals Mario Kart, Donkey Kong Country, Yoshi’s Island en ga zo door. Op de SNES had ik altijd het gevoel dat ik iets nuttigs deed, want als kind had je nou eenmaal nooit écht iets nuttigs te doen. Het jaar 2003 blas mijn vingerwerk voor het eerst sinds jaren nieuw leven in; sinterklaas bracht een Playstation 2. Nog meer nuttige tijdsbesteding! Maar na mij een weg door de puberteit geslagen te hebben, begin ik mij af te vragen wat het nut nog is.

Want heel vaak als ik besluit om een lekker potje te gaan gamen, begin ik me na een kwartier al af te vragen waarom ik er nog mee bezig ben. Zo heb ik zeven maanden World of Warcraft achter de kiezen, en als ik terug kijk op de tijd dat ik speelde, bedenk ik me wat een tijdverspilling het in feite was. Wat heb ik gehad aan een paar lullige elfjes die uit nulletjes en eentjes bestaan?

Wat ik probeer te zeggen is dat ik, als bijna volwassene, steeds vaker het nut niet meer in zie van gamen. Niet dat ik het niet meer leuk vind, integendeel. Het is alleen dat ik niet meer kick op het feit dat mijn portemonnee helemaal vol zit met rupees, terwijl ik in de tijd dat ik dit voor elkaar heb gekregen ook een portemonnee vol klinkende euro’s kon krijgen. En waarom zou ik mijn character nog customizen, als ik van diezelfde klinkende euro’s mijn eigen kledingkast kan uitbreiden? Het halen van dit soort dingetjes heeft zijn glans een beetje verloren wat mij betreft, en dat neemt toch een deel van waar ik mijn plezier uit haalde weg.

Een game als de Sims; spelen we die behalve dat het leuk is, ook nog omdat het nuttig is? Of spelen we dit omdat een huis vol mooie spulletjes in de Sims sneller haalbaar is dan in de echte wereld? Misschien wekt dit zo’n soort illusie op waardoor we er toch nog een soort van voldoening uit halen. Want een leuke garderobe in World of Warcraft is in feite ook sneller en goedkoper te halen dan wanneer je na een koopzondag in Utrecht en een volle portemonnee terug komt met een broek, wat sokken en een lege portomonnee.

Om op het nut van games door te gaan: zouden games zoals Braintraining een gigantisch succes zijn, omdat je bij het spelen hiervan daadwerkelijk het gevoel krijgt dat je nuttig bezig bent? Wat is bovendien nuttig? Het is zeker niet zo dat af en toe een spelletje spelen niet ‘nuttig’ is, aangezien we allemaal wat vrijetijdsbesteding nodig hebben. We moeten echter ook niet gaan overdrijven waardoor we de echte nuttige dingen in het leven gaan uitstellen. Ik heb net gewerkt, dus ik denk dat ik nu maar weer even een kwartier lang op mijn Wii ga; op zoek naar een portemonnee die meer rupees kan vasthouden.