Laatste kutklus

Ingmar wist dat hij de jongste was. De laatste die aan de afdeling toegevoegd was. Lange tijd had hij zich afgevraagd wat hij moest doen. Niemand wist dat, had hij het idee. Hij kreeg de afmakertjes, de dingen die bleven liggen. Klusjes noemde zijn manager het. Hij voegde daar zelf vaak het woordje kut voor, want echt uitdagend was het allemaal niet. Zijn manager vroeg elke dag hoe het met hem ging.
"Mwoah, het gaat wel lekker." Zei hij dan.
"Als je nog iets nodig hebt hoor ik het wel, he?" De poging tot hulpvaardigheid was al een keer gestrand omdat zijn manager geen benul had waar hij het over had.
"Om goed te kunnen werken heb ik autorisatie nodig op de database." Had Ingmar een keer aangegeven. Het was niet strikt noodzakelijk om zijn werk te doen, maar het zou het voor hem zoveel makkelijker maken.
"Oh, eh, autorisaties geven we alleen aan seniors, heeft iets met de Arbo en de beloningsregeling te maken geloof ik." De telefoon van zijn manager ging nog voor Ingmar had kunnen vertellen dat het daar allemaal niks mee te maken had. Hij werd met een handgebaar weggewuifd. Het was meteen de laatste keer dat hij iets vroeg.

De weken sleepten zich een beetje voort. Neel, een van de oudere werkneemsters op de afdeling, had hem uitgelegd hoe alles werkte en Ingmar deed wat er van hem werd gevraagd. Hier en daar kon hij de dingen wat soepeler laten lopen door de procedures die hun waren opgelegd een beetje te buigen. Dit deed hij in het geniep. Zijn collega's waren erg gesteld op de manier van werken die er in de loop der jaren ingesleten was.
"Zorg dat je de procedures kent, jongen, dan heb je nooit gedonder als het fout gaat." Het was een mantra voor de meesten. Voor Ingmar voelde het als een gevangenis. Zijn vrijheid van denken en handelen werd er door beperkt.

Gaandeweg begonnen de klusjes die hij deed groter te worden. Ingmar had een hoog werktempo, en zijn collega's schoven graag wat van hun werk zijn kant op.
"Ingmar, kan jij voor mij de controles doen, ik ben bezig met het schrijven van een document over de structuren." De vraag werd gesteld maar niemand wachtte ooit op het antwoord. Onder het mom van persoonlijke ontwikkeling werd er van hem verwacht dat hij deed wat hem gezegd werd.
Tijdens de nieuwjaarsborrel was hun afdeling geprezen om de gestegen omzet. Iedereen werd geroemd en in het praatje van hun manager viel heel vaak het woordje 'we'. En net zo vaak als iedereen werd geroemd, ging ook iedereen voorbij aan het feit dat de stijging pas was ingezet nádat hij was begonnen met werken. Hij had het een keer voorzichtig bij Neel geprobeerd.
"Het gaat wel lekker de laatste tijd, he Neel?" De oudere vrouw lachte hem toe.
"Ja hoor, zo druk als we het vorig jaar hadden, zo soepel loopt het nu." In zijn ogen gaf ze hiermee toe dat er een duidelijk moment was dat de zaken beter gingen lopen.
"Was dat rond te tijd dat Theo weg ging?" Probeerde Ingmar. "Werkte hij zo langzaam?"
Neel schudde haar hoofd. "Nee, Theo was een harde werker, de laatste tijd deed hij weinig meer dan wat er van hem verlangd werd. Hij had meer aandacht voor de wereldreis die hij ging maken. Maar hij is altijd net zo productief geweest als alle anderen."
Ingmar maakte een vlotte berekening in zijn hoofd, "dus als de productiviteit na zijn vertrek is gestegen, moet dat aan iets anders gelegen hebben, of in elk geval, daar lijkt het op." Hij zag het compliment dat ze hem ging maken al in de lucht hangen. Ze hoefde het alleen te plukken, en hem aan te bieden.
"Ja, ik denk dat ik wel weet waar het aan lag," Neel keek de afdeling rond en richtte haar blik weer op hem, "we hebben er allemaal wat harder aan getrokken. En natuurlijk heeft het personeelsuitje van twee maanden geleden ook een flinke duit in het zakje gedaan."

Teleurgesteld was Ingmar een soort stiptheidsacties gaan uitvoeren. Hij werkte netjes volgens zijn procedures, ging exact na 8 uur werken naar huis en dronk net zo lang en veel koffie als zijn oudere collega's. Toen hij de tapes van de backupserver aan het verwisselen was, een van de meest vervelende dingen die hij moest doen, hoorde hij stemmen achter het serverhok vandaan komen. Hij wist dat Joop, waarvan niemand wist wat zijn functie was, en Neel daar altijd hun sigaretje rookten als het slecht weer was. Een nare gewoonte als je je bedenkt dat al die uren die zij stonden te roken, de rest van het bedrijf gewoon aan het werk was. Deze warme, natte zomer had hij ze vaak gehoord als hij bezig was in het hok.
"Die jongen toch, " zuchtte Neel, "nu de glans van zijn nieuwe baan er een beetje af is loopt hij de kantjes er af."
"Hij denkt straks zeker dat hij helemaal niet meer hoeft te werken." Bromde Joop.
"Als hij denkt dat hij met het doen van klusjes zijn sporen al verdiend heeft kan hij nog lang wachten op promotie. " Neel klonk verbitterd. Tussen twee trekken van haar sigaret door mompelde ze: "Zonde om zo'n jongen te zien falen, de jeugd weet niet meer wat werken is."

Kwaad was Ingmar achter zijn bureau gaan zitten. De werkzaamheden die hij voor die dag had liggen waren al lang klaar, en normaal zou hij de dag vullen met het zinloos verslepen van grote bestanden tussen twee trage servers zodat het leek alsof hij druk bezig was. Vandaag berekende hij hoe lang hij het zou kunnen uitzingen als hij ontslagen werd en begon te typen. Alle procedures die hij in de loop van de tijd had omzeild nam hij onder de loep. Hij herschreef alles waar hij geen acht op had geslagen en motiveerde dat met de tijdswinst die hij er mee boekte. Zo werkte hij door tot lang nadat al zijn collega's naar huis waren gegaan. Voor hij opstond om te gaan schreef hij een mail aan zijn baas:

Beste Nico,

Vanavond heb ik na mijn werk een aantal dingen bekeken en bedacht. Wat mij de afgelopen tijd is opgevallen heb ik in de volgende documenten bijgewerkt. Mijn motivatie staat er bij. Ik hoop dat je snapt waar dit allemaal over gaat, het is namelijk de oorsprong van de extra bonus die jij hebt gekregen.
Zoals de rest van de afdeling begon ik behoorlijk in te kakken. Maar ik ben niet bereid om de 40 jaar die ik nog tot mijn pensioen moet werken, door te brengen in de halfslaap die hier productie heet. Ik schat in dat we makkelijk nog de helft efficiënter kunnen werken, als iedereen hier zijn computer wat vaker gaat aanraken dan de koffie automaat.
Kijk maar wat je er mee doet. En realiseer je dat dit je weer een vakantie naar Thailand kan opleveren bij de volgende salarisronde. Ik gun het de kleine jongetjes daar niet, maar eerlijk gezegd is mijn leven hier nu net zo kut. En bij hun kom je maar een keer per jaar langs, bij mij sta je elke dag aan mijn bureau.

Groet, Ingmar.


Met een tevreden gevoel zette hij zijn computer uit. Hij voelde zich goed, de rellerige euforie die hem tot deze explosie had gedreven zoemde na in zijn hoofd. Hij had niet alleen de dingen gezegd die hij al veel eerder had willen zeggen, hij had ook een brandend gevoel van eer in zijn borst. En dat verwarmde hem van binnen. Ingmar liep naar buiten. Het was broeierig, zwembadwarm. Zijn sleutel naar vrijheid was niet de klok die 8 uur aan gaf. Het was het gevoel dat hij had. Voor het eerst in maanden was de druk om te gaan werken verdwenen. Hij had weer zin, geen weerzin, om de volgende dag naar kantoor te gaan.