Special: Nederlandse cinema

Er zijn vele begrippen op het gebied van films. De deelvraag hierboven heeft een begrip dat velen waarschijnlijk wel kennen maar niet kunnen definiëren: cinema. De cinema (of eigenlijk cinematografie) is maar een klein onderdeel van wat voor velen wel bekend in de oren kan klinken, namelijk filmindustrie. Voordat ik dieper in zal gaan op wat de Nederlandse cinematografie is, eerst een uitleg wat een filmindustrie nou precies is. Aangezien de Van Dale het woord niet heeft opgenomen in de boeken, ben ik aangewezen op mijn creatieve geest om zelf een omschrijving te geven. Onder de noemer ‘filmindustrie’ valt zeer veel wat met het produceren van een rolprent te maken heeft. Scenarioschrijven, (pre-/post-)productie, filmfestivals, acteurs, distributie, filmpersoneel, productiemaatschappijen et cetera.

Nu we weten wat een filmindustrie is, is het belangrijk om te weten wat de cinematografie precies in dit geheel inhoudt. Cinematografie is "het fotograferen van bewegende voorwerpen" 1 of "de kunst en technologie van het vervaardigen van cinema". 2 Om het in lekentaal uit te leggen: het maken van een film. Maar door alleen maar uit te leggen wat het woord ‘cinema’ is, ben ik nog niet klaar. Want er gaat natuurlijk een historie aan vooraf voordat we gaan kijken naar de jaren ’90.

De eerste productie waarvan bekend is dat het Nederlands is, is De Brandweer uit 1895, gevolgd door de bekendste film uit deze eerste periode; De mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort (1905). Hierin wordt het verhaal verteld van een man die in zes minuten tijd zijn broek uittrekt omdat hij niet wil dat deze nat wordt, een agent beledigt en een mensenmassa achter zich aan krijgt. Leuk is dat enkele kranten op maandag 24 juli 1905 de gebeurtenissen in deze korte klucht als waarheid hadden gezien en zo als kort nieuwsbericht hadden opgenomen. 3 Mede door deze reclamecampagne zorgde de broers Mullens er zo voor dat ze de eerste ‘blockbuster’ in de Nederlandse geschiedenis te pakken hadden.


Beeld uit De mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort (1905)

In de jaren 1895 tot 1930 kwamen vele films uit die werden geschoten als kleine documentaires. Voornamelijk tijdens de Eerste Wereldoorlog is er veel op film vastgelegd om mensen te laten zien wat er aan het front gebeurde. Zo goed als alle films duurden tussen de 30 en 70 minuten en waren allen ‘stom’. Niet stom om naar te kijken, maar in geluid. (Een stomme film is een film waar een apart geluidsspoor op staat met alleen muziek.) Dit veranderde bijna echter in 1930. De film Zeemansvrouwen (1930) was op papier de eerste film, maar vanwege technische en financiële problemen is het tóch een stomme film geworden.4

1934 kende wel een keerpunt. Een ware competitiestrijd tussen De Jantjes (1934) en Willem van Oranje (1934) ontstond, wie er als eerste een film met geluid kon brengen. De productie van beide films werd gelijk afgerond op 4 januari 1934, maar vanwege het onderwerp en het 400-jarige jubileum van Willem van Oranje5 werd besloten om Willem van Oranje de eer te gunnen. Hier is echter nog steeds een debat over gaande.6 Vanaf 1934 tot aan 1949 zijn er zeer weinig films gemaakt. Er waren wel oorlogsfilms (of meer filmpjes) maar nagenoeg al dit materiaal is vernietigd en niet gedocumenteerd, dus echte aantallen zijn niet bekend.

De hierop volgende twintig jaar (1950 – 1970) bestaan grotendeels uit documentaires, B-films en amateurfilms. Veel hiervan werden gefinancierd door het Nederlandse Fonds voor de Film, dat in 1953 zijn opwachting maakt. Doel van de NFF is het ‘verlenen van bijdragen aan de ontwikkeling en realisering van de Nederlandse film’7. In de jaren '50 begon de Nederlandse cinema pas echt te leven. Van het succesvolle en eerste film in kleur Jenny (1954)8 tot en met een Gouden Beer genomineerde werk9 van een van Neerlands grootste filmmakers Fons Rademaker: Dorp aan de rivier (1958). Opvallend is ook dat Rademaker met deze film de eerste Nederlander was met een Oscarnominatie.9


Filmposter Dorp aan de rivier (1958)

Richting de jaren negentig kwamen steeds grotere films en namen op de voorgrond van de Nederlandse cinema. Grote kaskrakers als Turks Fruit (1978), Soldaat van Oranje (1977), De Lift (1983) en Ciske de Rat (de bekendste is uit 1984, maar een eerdere versie komt uit 1955). Ook grote regisseurs schieten als paddenstoelen uit de grond, maar enkele namen zijn blijven hangen en maken nu nog steeds spraakmakende producties. Denk hierbij aan Paul Verhoeven, Huub Stapel, Dick Maas, Alex van Warmerdam en George Sluizer. Bezoekersaantallen schieten ook door het plafond. Met andere woorden, in de jaren '70 en '80 was het een walhalla voor de Nederlandse cinema.

Voetnoten:

1. RKD
2. Woordenboek
3. Filmmuseum
4. Film 1 - Zeemansvrouwen
5. Historien
6. Blikonline , pagina 3
7. Filmfund
8. Neerlands Filmdoek
9. Film 1 - Dorp aan de rivier