Gran Turismo 4

De eerste races zijn van de Sunday Cup. Een gezellige naam voor een vriendelijke race. Met je zwaar opgevoerde bak sta je tussen de Fiat Punto en Peugot 106 in. Vroem vroem, met gemak een gouden plak. Tot mijn ongenoegen ontvang ik 1 punt. 1 punt, voor zo’n fantastische prestatie!? Belachelijk! Of viel mijn prestatie wel mee omdat ik eigenlijk zo’n 100 PK extra onder mijn motorkap had liggen? Een spel dat inspeelt op je geweten. Ook dat nog. Weer die emotie dus.

<\/center>

Dit puntensysteem heeft verder geen invloed op de rest van het spelverloop. Wil jij je races winnen met auto’s die de concurrentie achterlaten als een hoopje jankend verdriet? Dan is dat geen probleem. Verwacht er geen eergevoel mee te behalen, want aan het einde van de race word je genadeloos afgestraft door een korting op het aantal punten. Maar gelukkig is de misère van korte duur, want behalve punten krijg je ook gewoon nog je credits en daar koop je per slot van rekening toch je nieuwe auto’s van. Fuck de eer, ik wil nieuwe banden!

<\/center>

Dat je alle volgende races ook even wint wanneer je maar gewoon 100 PK meer hebt is overigens een naïeve droom, want na de Sunday Cup is het voorbij met de gezelligheid. Keihard gassen en genadeloos afsnijden is de enige manier om in de buurt te komen van de 5de plek, en als je eerste wil worden dan zul je toch goed moeten rijden en geconcentreerd je bochtjes in blijven gaan. GT4 is genadeloos. Even genadeloos als de voorgangers. Weggevertjes kennen we niet in real driving simulations natuurlijk. Te moeilijk? Ja soms wel, zeker in het begin. Net als eerdere spellen in de GT reeks komt het spel redelijk langzaam op gang. Het prijzengeld voor een eerste plaats in de makkelijke races stelt niets voor en al snel ben je door je credits heen. Een pijnlijk moment komt wanneer je naar de volgende race wilt gaan want daar heb je een auto voor nodig met achterwielaandrijving! Geen geld? Dan ga maar eens kijken wat je auto’s tweedehands opleveren. Een prop in je keel, want de Autobianchi A112 Abarth uit 1979 die je bij de laatste race hebt gewonnen is je dierbaar. Om je beslissing nog iets moeilijker te maken is er tevens bij verteld dat deze niet kan worden gekocht! Dit spel is geen droom maar een ware marteling voor de autoliefhebber.

<\/center>

Langzaam maar zeker spaar je je auto’s bij elkaar en worden meer races beschikbaar. Het spel ontluikt als een bloem en wordt mooier hoe langer je het speelt. De langzame auto’s zijn natuurlijk mooi en het is leuk omdat je ze dagelijks op straat ziet rijden. Met ruim 700 auto’s is de kans zelfs groot dat je eigen auto of de auto van je pa in de game aanwezig is. Maar het blijft toch een racegame en tenzij je pa een McLaren in de garage heeft staan is het dus ploeteren tot je voor het eerst de 300 kilometer per uur bereikt.

<\/center>

Hoewel het spel namelijk enorm mooi speelt met normale auto\\\'s is de vernieuwing ten opzichte van GT3 pas goed merkbaar bij snelle auto’s of wanneer je bij normale auto’s een ongelukkige combinatie van tuning toepast. Zet voor de lol alle hulpmiddelen bij het besturen van je auto uit, tune je auto met alles wat je kunt vinden, behalve vering en banden. Het resultaat is werkelijk prachtig om te zien, maar echt een race winnen zul je met die stuiterbal niet doen. Slinger en slip over de weg, luister naar het unieke motorgeluid van dat type auto, kijk hoe de banden worden opgeslokt door het chassis door het gebrek aan stugge vering en sla de replay vooral op! Leuk voor later. Maar zoals gezegd, het echte werk begint bij de superauto’s. De Nürburgring Nordschleife van ruim 20 kilometer (!) berijden met 500 PK. Dan heb je ballen! Voel de trillingen, voel de baan en voel de spanning. Wat een game!

<\/center>