Nieuws

White Lives Matter-neonazi’s krijgen 6 maanden cel

De rechtbank in Rotterdam heeft twee mannen veroordeeld tot zes maanden cel vanwege het projecteren van racistische leuzen op de Erasmusbrug tijdens de jaarwisseling van 2022 naar 2023. De straf is conform de eis van het Openbaar Ministerie. Naast de projectie in Rotterdam werden de mannen ook schuldig bevonden aan vergelijkbare incidenten in Eindhoven en Alkmaar.

De veroordeelden, John A. (26) uit Zwijndrecht en Daniil S. (36) uit Landgraaf, projecteerden teksten als "White Lives Matter", "Vrolijk blank 2023" en de beruchte "14 Words" van de Amerikaanse neonazi David Lane. De rechtbank benadrukte de ernst van de daad, aangezien de projecties live op televisie te zien waren tijdens de uitzending van het landelijke aftelmoment. Volgens de rechter hebben de verdachten daarmee ‘iets wat een feestelijk landelijk samenzijn had moeten zijn gegijzeld met een expliciete boodschap van onverdraagzaamheid. De wijze waarop dit is gedaan, kan als extra intimiderend worden ervaren.’

De racistische projecties vonden plaats op prominente locaties, waaronder de pyloon van de Erasmusbrug in Rotterdam tijdens Oud en Nieuw en het stadhuis van Eindhoven in februari 2023. Tijdens het carnavalsweekend in Eindhoven werden teksten als "Houd Lampegat blank" en "Alaaf namens Blank Nederland" op het stadhuis geprojecteerd. Daarnaast werd bewezen geacht dat John A. enkele weken eerder racistische leuzen op het stadhuis van Alkmaar had geprojecteerd.

De projecties werden uitgevoerd onder de vlag van de White Lives Matter-beweging, een extreemrechtse groepering die volgens de rechtbank antisemitische en discriminerende denkbeelden verspreidt. Meteen na de projecties op de Erasmusbrug eiste de beweging de verantwoordelijkheid op via Telegram en meldde dat er zou zijn samengewerkt met Duitse activisten.

Tijdens de rechtszaak voerden de advocaten van de verdachten aan dat de projecties onder de vrijheid van meningsuiting zouden vallen. Een van de advocaten betoogde dat het uitdragen van dergelijke teksten niet per se uitsluiting van andere groepen zou impliceren. Een andere advocaat erkende dat de uitlatingen ‘moreel verwerpelijk’, ‘smakeloos’ en ‘ongepast’ waren, maar stelde dat ze niet strafbaar zouden moeten zijn.

De rechtbank ging echter niet mee in deze redenering. Volgens de rechter overschrijden de teksten de grenzen van de vrijheid van meningsuiting en kwalificeren ze als groepsbelediging en het aanzetten tot haat en discriminatie. “De vrijheid van meningsuiting gaat ver, maar stuit op een grens,” aldus de rechtbank.

De projecties op de Erasmusbrug leidden destijds tot brede verontwaardiging. De toenmalige burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb, sprak enkele dagen na het incident zijn afschuw uit. “De onderstroom van extremistisch gedachtengoed misbruikt onze prachtige brug. Die brug die van iedereen is en in alle kleuren van de regenboog kan schitteren,” zei hij. “Een schande dat dit gebeurt in de stad die door de nazi's is platgebombardeerd.”

De rechtbank benadrukte dat de wijze van uitvoering, de prominente locatie en het tijdstip van de projecties de impact van de discriminerende boodschappen hebben vergroot. Ook werd het feit dat de verdachten niet bij de zitting aanwezig waren en geen verklaring hebben afgelegd in hun nadeel meegewogen. De rechter concludeerde dat zij op geen enkele manier ‘afstand hebben genomen van racistisch of extreemrechts gedachtegoed.’