Vergoeding voor kinderen geëxecuteerde Indonesiërs

Er komt een vergoeding voor kinderen van standrechtelijk geëxecuteerde Indonesiërs in de periode 1945-1950. Dat liet het kabinet vandaag aan de Tweede Kamer weten.

In oktober 2019 oordeelde het gerechtshof Den Haag dat de staat geen beroep kon doen op verjaring ten opzichte van de kinderen. Het kabinet beraadde zich op deze vonnissen en heeft besloten om niet door te procederen.

Daarnaast stelt het kabinet dus een zelfde schikkingsregeling open voor de kinderen als die voor de weduwen. Het gaat om kinderen die aannemelijk kunnen maken dat hun vader slachtoffer is van standrechtelijke executie.

De schikkingsregeling voor de weduwen is eveneens verlengd, zodat deze gelijk loopt met de regeling voor kinderen.

Het openstellen van de regeling is bedoeld als een laagdrempelig tegemoetkoming aan de nabestaanden. De hoop is dat het de betrokkenen meer rust en duidelijkheid biedt bij het verwerken van deze bewogen periode.