'Geld giro 555 komt niet op juiste plaats'
Het geld dat Nederlanders bij rampen aan Giro 555 schenken, komt lang niet altijd op de goede plek terecht. Dat blijkt uit een kritisch rapport over de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), waar De Correspondent de hand op heeft gelegd. Dat rapport was al in februari klaar, maar publicatie zou door de SHO zijn tegengehouden.
De tien aangesloten doelen werken nauwelijks samen en gunnen elkaar niets, zou in het rapport staan. Er wordt bij een ramp daardoor niet gekeken naar welke organisaties al actief zijn in het getroffen gebied en gespecialiseerd zijn in de benodigde hulp. In plaats daarvan wordt het geld bij iedere ramp volgens dezelfde verdeelsleutel over de tien aangesloten stichtingen verdeeld. Volgens de onderzoekers is dat 'geen houdbare werkwijze'.
Ook wantrouwen de directeuren van de organisaties elkaar. Dat leidt tot discussies en wrevel. Mediapartners NPO en NOS spreken in het rapport van een gebrek aan 'professionaliteit' en 'lerend vermogen'.
De commissie stelt voor het bestuur van de SHO te vervangen door een onafhankelijk bestuur. De tien directeuren zouden dan een soort ledenraad vormen. Slechts een deel van het opgehaalde geld zou vervolgens volgens de verdeelsleutel moeten worden verspreid. De rest zou aan projecten moeten worden toegewezen. Ook zouden de goede doelen per actie moeten bekijken of zij wel geld zouden moeten willen aannemen.
SHO-voorzitter René Grotenhuis stelt dat het bestuur voor de verdeling van donaties 'een andere afweging maakt'. De voorgestelde werkwijze zou volgens hem tot teveel bureaucratie leiden.
Giro 555 is momenteel opengesteld om geld in te zamelen voor de strijd tegen ebola.