Wederzijdse gruweldaden in strijd Irak

De meeste aandacht in het Midden-Oosten gaat tegenwoordig uit naar de gruweldaden die worden begaan door de extremisten van de soennitische Islamitische Staat. Maar de sjiitische milities die zich met hand en tand verzetten tegen IS bedienen zich in de strijd van even gruwelijke methoden.

In een video die onlangs op internet verscheen, schreeuwt een zegevierende sjiitische strijder de naam van een imam. Naast hem ligt een aantal onthoofde lichamen. Een strijdmakker zit er grijnzend bij terwijl hij een van de lijken verminkt. "Onze strijders zijn de goeden. Dit zijn honden", briest een ander.

Het was de Iraakse regering, wier leger in de zomer niet bij machte bleek IS een halt toe te roepen, die de sjiitische milities om hulp vroeg. IS heeft tijdens zijn opmars in Noord-Irak regelmatig bloedbaden aangericht, wat vergelijkbare acties heeft uitgelokt van de sjiitische strijders. Dit tot groot ongenoegen van de regering, die steeds meer wordt bekritiseerd door de internationale gemeenschap vanwege het optreden van de milities. Daarnaast betichten de gematigde soennieten die de regering voor zich wil winnen de milities van gruweldaden.

Het is maar de vraag of de regering in staat is de milities tot de orde te roepen. Tegelijkertijd kan Bagdad niet zonder de sjiitische strijders. Het Iraakse leger viel in de zomer als een kaartenhuis ineen toen IS de noordelijke stad Mosul onder de voet liep. De milities zijn in het gat gesprongen dat door het leger werd achtergelaten. Zij zijn het die ten zuiden en westen van Bagdad overwinningen hebben geboekt op IS en in het noorden zijn het de Koerden - met luchtsteun van de Verenigde Staten en andere westerse landen - die de opmars van IS hebben gestuit.

Amnesty International zei vorige maand dat de sjiitische milities zich steeds vaker schuldig maken aan ontvoeringen en wraakacties tegen soennieten. Faleh Hassan, een sjiitische parlementariër, erkent dat de sjiieten ook geen lieverdjes zijn, maar lijkt hun misstanden te bagatelliseren. "De sjiitische strijders begaan ook wandaden. Maar dat gebeurt nou eenmaal in oorlogstijd", aldus Hassan.

Sommige sjiitische groeperingen proberen hun strijders in toom te houden of tenminste de ergste figuren de deur te wijzen. De machtige Asaib Ahl al-Haq-militie liet eind vorige maand weten 49 leden uit de groep te hebben gezet die 'in naam van het islamitisch verzet (...) misdaden hebben begaan'. Het besluit werd genomen naar aanleiding van 'een stijgend aantal ontvoeringen en afpersingen'.

Sommige soennitische politici maken zich ernstig zorgen over het optreden van de sjiitische strijdgroepen. Volgens parlementariër Raad al-Dahlki hebben sjiitische strijders zich in delen van Diyala en Bagdad schuldig gemaakt aan 'sektarische zuiveringen'. "Ik ben bang dat deze milities op een gegeven moment machtiger zullen zijn dan de regering. Ze zullen een staat binnen een staat vormen", aldus een bezorgde al-Dahlki.

De sjiitische premier Haider al-Abadi, die in september aantrad, heeft beloofd de milities aan te pakken. Maar de man op de straat lijkt soms maar wat blij te zijn met de milities. Op een foto die de ronde doet op Facebook is een Iraakse militair te zien die een groep sjiitische militieleden salueert. Ali Mustafa, een sjiiet die in Bagdad woont, zegt dat de milities 'de terroristen hebben weggehouden uit Bagdad. "De sjiitische vrijwilligers hebben het werk van het ingestorte leger gedaan", zegt Mustafa.