FOK!auto: het aircosysteem
Bijna elke auto heeft tegenwoordig airco. Vroeger was het een luxe-optie, tegenwoordig bijna standaard op elke auto. Maar hoe werkt een aircosysteem?
De eerste auto op de markt met een aircosysteem was de Chrysler Imperial. Dit systeem was een doorontwikkeling van de Airtemp. De in 1954 gebouwde Nash Ambassador was de eerste Amerikaanse auto met een volledig HVAC-systeem (heating, ventilation and conditioning) dat als een unit in de auto was gebouwd. De Nash-auto's stonden daarom ook bekend als de 'all-weather eye'. General Motors (GM) was in 1954 met de Pontiac het eerste Amerikaanse merk met het complete HVAC-systeem onder de motorkap.
Een Chrysler Imperial uit 1953 met een Airtem-luchtventilatiegat. (bron: Wikipedia)
De eerste aircosystemen werden gevuld met het gas freon. Dit werd in 1996 verboden te gebruiken omdat het te schadelijk is voor het milieu. De opvolger van freon, R134A, belast de ozonlaag met 'slechts' een vierde t.o.v. het oude freon. Omdat de Europese Unie steeds verder streeft naar minder milieubelasting is er een nieuw koelmiddel gekozen. De nieuwste generatie koudemiddel heeft na intensieve testen van Mercedes ertoe geleid dat Mercedes voorlopig niet meer dit koudemiddel in hun auto's gebruikt, omdat het te brandbaar is. Het gevolg hier van is dat de Franse regering heeft besloten dat deze auto's voorlopig niet meer verkocht mogen worden.
Het aircosysteem is uit de volgende delen opgebouwd;
pomp
condensor
filter/droger
expansieventiel
verdamper
Systeemoverzicht van het aircosysteem. (Bron: Wikipedia)
De aircopomp heeft 2 taken: ten eerste het systeem op druk brengen, (aan de hoge druk kan dit op lopen tot 20-25 bar), ten tweede het gas rondpompen. Het gas gaat na de pomp naar de condensor. De condensor koelt het gas af door middel van rijwindkoeling. Door de snelle koeling zet het gas zich om in een vloeistof. Na de condensor gaat de vloeistof door het filter en droger. Dit combinatie-element filtert er onzuiverheden uit, bijvoorbeeld slijpsel van de aircopomp, en haalt eventuel aanwezig vocht uit het vloeistof.
De gefilterde vloeistof gaat richting het H-ventiel (de naam H-ventiel komt vanwege de vorm), dit onderdeel verlaagt de druk, en laat minder vloeistof door dan er aangeleverd wordt. Als laatste gaat de vloeistof door de verdamper om de lucht die door de aanjager aangeleverd wordt af te koelen. Dit gebeurt door de warmte uit de lucht te trekken. Door dit proces zet de vloeistof zich om in een gas.
Het interieurfilter zit in het kachelhuis waar ook de verdamper van de airco zit. Het interieurfilter is in twee varianten te krijgen, namelijk een pollenfilter en een actief koolstoffilter. Het pollenfilter kan enkel grof vuil zoals bladeren en pollen filteren. Dit in tegenstelling tot het actief koolstoffilter, dat namelijk naast pollen en grofvuil ook geurtjes kan filteren. Dit komt door het laagje actief koolstof dat in het filter element zit. Helaas heeft dit ook een nadeel: het onderdeel is aanzienlijk veel duurder.