Britten 'onderscheppen' oorlogsmisdadigers

De Britse regering heeft vorig jaar 99 personen verdacht van oorlogsmisdaden geïdentificeerd die probeerden Groot-Brittannië in te komen of er al zijn. Dat heeft het ministerie van binnenlandse zaken op verzoek van de BBC bekendgemaakt.

De betrokkenen komen uit Afghanistan, Iran, Irak, Libië, Rwanda, Servië en Sri Lanka. Het merendeel van deze mensen verblijft al jaren in Groot-Brittannië.

Van de 99 werden er drie in 2012 het land uitgezet. Twintig zagen een asielverzoek afgewezen en 46 kregen te horen dat ze geen Brits staatsburger konden worden. Die 46 zitten waarschijnlijk allemaal nog in het land. Wat er met de resterende dertig van oorlogsmisdaden verdachte personen is gebeurd, is onbekend.

Behalve de groep van 99 probeerden er nog eens zestien Groot-Brittannië in te komen.

Tussen 2005 en 2012 identificeerde het ministerie meer dan zevenhonderd van oorlogsmisdaden verdachte personen. Tussen januari 2012 en april 2013 onderzocht het departement achthonderd zaken.

Mensenrechtenorganisaties hebben de regering opgeroepen de betrokkenen in Groot-Brittannië voor hun wandaden te gaan vervolgen. Het ministerie heeft te kennen gegeven dat Groot-Brittannië geen 'vluchthaven voor oorlogsmisdadigers' mag worden.

In mei van dit jaar pakte de politie vijf mannen uit Rwanda op vanwege hun mogelijke betrokkenheid bij de volkerenmoord in dat land in 1994. Enkelen van hen woonden al meer dan tien jaar in Groot-Britttannië. Drie zitten er nog in de cel, twee zijn op borg vrijgelaten.