'Toename gedwongen huisuitzettingen China'

In China is het aantal gevallen van mensen die gedwongen hun huis worden uitgezet of wier land wordt onteigend fors gestegen. Het is de belangrijkste bron van ontevredenheid onder de Chinese bevolking en vormt een grote bedreiging voor de sociale en politieke stabiliteit in het land. Dat heeft mensenrechtenorganisatie Amnesty International donderdag gezegd.

De gedwongen sloop van woningen is al lang onderdeel van het dagelijks leven in China. Tientallen jaren van economische groei konden alleen maar worden gerealiseerd door vastgoedontwikkeling. Dit had tot gevolg dat miljoenen mensen gedwongen werden elders te gaan wonen, om plaats te maken voor fabrieken en bedrijfspanden.

Het aantal gedwongen uitzettingen is de laatste drie jaar sterk gestegen. Om de wereldwijde financiële crisis te boven te komen heeft de Chinese regering enorme investeringen gedaan. Dit heeft geleid tot een bouwhausse in het land.

Om de enorme schuld als gevolg van de investeringen te verminderen, nemen de lokale autoriteiten land in beslag en verkopen dat vervolgens aan projectontwikkelaars. De ontwikkelaars huren vaak boeventuig in om bewoners te intimideren. Soms wordt er ook geweld gebruikt.

Sommige mensen verzetten zich tegen de uitzetting en belanden in de gevangenis of in werkkampen. Volgens Amnesty werd een vrouw die bij de autoriteiten had geklaagd over de uitzetting geslagen en vervolgens onder dwang gesteriliseerd. Anderen hebben zich uit wanhoop in brand gestoken.

Amnesty heeft de Chinese regering opgeroepen om alle gedwongen huisuitzettingen te staken. Bovendien moet de Chinese regering er volgens Amnesty voor zorgen dat niemand dakloos raakt en dat diegenen die geweld gebruiken bij de uitzetting worden vervolgd en bestraft.