Cameratoezicht op Robert M. blijft

Het cameratoezicht op hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak Robert M. mag gehandhaafd blijven. De Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft dinsdag een verzoek van M. het toezicht te staken afgewezen.

M. kreeg eerder nog een schadevergoeding van 140 euro omdat hij in de gevangenis onnodig in afzondering zat en onder cameratoezicht was gesteld. De raad bepaalde dat de directeur zijn beslissingen nam onder druk van het ministerie van Justitie. Alleen de directeur mag echter over dergelijke zaken beslissen.

De hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, die heeft bekend meer dan 85 jonge kinderen te hebben misbruikt, werd eind vorige maand weer onder cameratoezicht gesteld, nadat hij van het Pieter Baan Centrum was overgeplaatst naar een gewone gevangenis. M. was het hier niet mee eens en stapte naar de RSJ.

Die oordeelde eind vorige maand echter dat M. in zijn nieuwe cel in een reguliere gevangenis 24 uur per dag onder cameratoezicht mag worden gesteld. De RSJ noemde dit hernieuwde cameratoezicht terecht. Het toezicht dient om de geestelijke en lichamelijke toestand van M. in de gaten te houden, in het bijzonder omdat grote maatschappelijke onrust zou kunnen ontstaan als hem iets overkomt, stelde de raad.

Dit keer stelde M. dat de gevangenispsychiater heeft geadviseerd de cameraobservatie op te heffen. Volgens de raad staat echter niet duidelijk in de wet dat er concrete aanwijzingen moeten zijn om een gevangene onder cameratoezicht te plaatsen.