Zware bommen bij kerk Indonesië
De Indonesische politie heeft donderdag vlak bij een kerk even buiten de hoofdstad Jakarta vijf zware bommen gevonden. De bommen, die samen 150 kilo wogen, waren begraven onder een gasleiding. Het was de bedoeling de bommen op Goede Vrijdag via een mobiele telefoon af te laten gaan. In verband met de zaak zijn negentien verdachten aangehouden. Dit heeft minister van Veiligheid Djoko Suyanto bekendgemaakt.
De bommen in Serpong werden gevonden op aanwijzing van aangehouden terreurverdachten en ter plekke onschadelijk gemaakt. Na een beraad onder leiding van president Susilo Bambang Yudhoyono zei Suyanto dat leger en politie in verhoogde staat van paraatheid zijn gebracht en dat agenten en militairen bij kerken en andere strategische plekken worden ingezet. "Wij willen veiligheid garanderen."
Moslimextremisten hebben verschillende zware aanslagen gepleegd in Indonesië. In 2002 kwamen bij bomaanslagen op twee nachtclubs op Bali 202 mensen om het leven, onder wie een groot aantal westerse toeristen. Nog eens 60 doden vielen bij aanslagen op luxe hotels restaurants en een ambassade. Honderden verdachten zijn opgepakt, veroordeeld en gevangengezet. De laatste maanden hebben echter kleine groepen extremisten de kop op gestoken die hun acties richten op binnenlandse 'vijanden', zoals de politie, leden van een islamitische minderheidssekte, christenen en gematigde moslimleiders.
De Amerikaanse ambassade heeft Amerikanen in Indonesië geadviseerd in het paasweekeinde extra op hun hoede te zijn en weg te blijven bij demonstraties.