Somaliërs dienen klacht in tegen AIVD

De zes Somaliërs die op kerstavond in Rotterdam werden opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij terrorisme, maar die inmiddels weer zijn vrijgelaten, gaan samen een klacht indienen. Ook de broer van een van de verdachten heeft zich hierbij aangesloten. Dat meldt advocaat Michael Ruperti maandagavond.

De klacht wordt ingediend bij de commissie die toezicht houdt op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de CTIV. "Zij vinden het onterecht dat ze zijn opgepakt. Dat dit onterecht was, blijkt ook wel, aangezien ze zo snel weer zijn vrijgelaten. Wij willen weten hoe dit alles kon gebeuren. De onderste steen moet boven komen", zegt Ruperti. Ook wordt gekeken of de Somaliërs een schadevergoeding kunnen krijgen.

De klacht is nog niet ingediend. Maandagavond zitten nog zes Somalische verdachten vast. Het OM beslist dinsdag of zij worden voorgeleid aan de rechter-commissaris van de rechtbank in Rotterdam of dat zij ook moeten worden vrijgelaten. "Daar willen we eerst op wachten", vertelt de advocaat.

De aanhoudingen volgden op kerstavond op een ambtsbericht van de AIVD dat vrijdag aan het landelijk parket werd verstrekt. In het bericht werd gemeld dat een aantal Somaliërs op korte termijn een terroristische aanslag in Nederland wil plegen. Met de arrestaties wilden het OM en de politie in de eerste plaats voorkomen dat een aanslag werd gepleegd.

Zondag maakte het Openbaar Ministerie bekend dat vijf van de twaalf opgepakte verdachten wegens gebrek aan bewijs geen verdachten meer zijn. Twee mannen met een Nederlandse verblijfsvergunning werden zondagavond vrijgelaten. Drie Somaliërs werden overgedragen aan de vreemdelingendienst van de politie. Het gaat om twee mannen met een Deense verblijfsvergunning en een man zonder verblijfsvergunning. Maandag werd nog een verdachte vrijgelaten, eveneens wegens gebrek aan bewijs.

De nationale recherche viel vrijdag ook een belwinkel en vier woningen in Rotterdam binnen. Daarnaast werden invallen gedaan in twee motelkamers in de gemeente Gilze-Rijen. Bij de doorzoekingen zijn geen wapens of explosieven gevonden.

Volgens de advocaat is de belwinkel, eigendom van de broer van een van de ex-verdachten, flink overhoop gehaald.