Goud Humphries/Moyse, bobsleesters achtste
De Nederlandse bobsleesters Esmé Kamphuis en Tine Veenstra hebben hun olympisch debuut afgesloten op de achtste plaats. De olympische titel ging naar het Canadese duo Kaillie Humphries en Heather Moyse.
De Canadese favorieten hielden op de bobbaan in Whistler hun landgenotes Helen Upperton en Shelley-Ann Brown achter zich. Het brons was voor de Amerikaanse combinatie Erin Pac en Elana Meyers. De Duitse bobvrouwen stelden ernstig teleur. Titelverdedigster Sandra Kiriasis en Cathleen Martini, die de laatste jaren heersten in de wereldbekerwedstrijden en grote toernooien, kwamen voor het eerst sinds 2002 toen vrouwenbobben olympisch werd niet op het podium. Kiriasis eindigde met Christin Senkel als vierde. Martini, Europees kampioene, verloor in de laatste run onderweg haar remster Romy Logsch. De remster vloog lange tijd door het ijskanaal. Beiden kwamen er zonder grote kleerscheuren vanaf.
Door de crash van Martini schoven Kamphuis en Veenstra een plaats op in het eindklassement. Kamphuis had een matige derde run, maar herstelde zich redelijk in de afsluitende afdaling. "Ook daarin zaten fouten, maar we waren wel snel." Veenstra maakte vorig jaar bij de wereldbekerwedstrijd ongeveer hetzelfde mee als Logsch. "Vreselijk. Bij mij was er wel verschil. Het overkwam mij in de training en dan heb je veel meer bescherming aan." Voor Kamphuis smaakte het eerste olympische optreden wel naar meer. Hoewel ze nog geen beslissing over een vervolg van haar loopbaan heeft genomen, genoot ze van alles in Whistler. Ze zat, in tegenstelling tot Edwin van Calker, vol zelfvertrouwen. "We zijn eigenlijk een onervaren team. Ik maak fouten, maar heb me er steeds uit kunnen redden. Ik denk dat we heel blij mogen zijn met de achtste plaats."
