Verkerk baalt van imago
Tennisser Martin Verkerk vindt het onterecht dat hij in de media wordt uitgemaakt voor een verwende sporter die alleen maar oog heeft voor zijn eigen problemen. In een interview met het AD reageert de Nederlander op alle kritiek die hij de afgelopen maanden over zich heen kreeg. |
"Het raakt me dat blijkbaar wordt gedacht dat ik blind ben voor het leed in de wereld," aldus Verkerk.
Nadat hij in juli 2004 het Dutch Open op zijn naam wist te brengen, ging het mis met Verkerk. Hij kreeg de ene blessure na de andere en als klap op de vuurpijl werd begin dit jaar ook nog de ziekte van Pfeiffer bij hem geconstateerd. Afgelopen januari liet hij weten dat hij moeilijk kon omgaan met zijn blessureleed. "Uit woede en frustratie brak ik alles af wat in mijn buurt kwam. Ik heb wel vijf mobiele telefoons in de Rijn geflikkerd", zei hij toen.
Verkerk kreeg van diverse kanten kritiek te verduren, journalisten vonden dat hij niet zo moest zeuren en zeiden dat er mensen zijn die veel ergere dingen meemaken. Verkerk vindt het onterecht dat hij voor egoïst werd uitgemaakt. "Het tegendeel is waar. Als er armoede heerst of er rampen gebeuren ben ik de eerste die zijn portemonnee trekt. Ik heb altijd gezegd dat die blessureperiode van mij het ergste is wat je op sportief gebied kan overkomen. Maar ik heb ook altijd gezegd dat iemand in een rolstoel het nog veel slechter heeft."
Verkerk had helemaal afgedaan bij een hoop mensen nadat zijn coach Nick Carr de media zocht met de mededeling dat hij al maanden niets meer had gehoord van zijn pupil. "Er is maar één reden voor onze breuk en dat is een financiële", aldus de Nederlander. "Nick wilde dat ik hem zou blijven betalen als coach van een tennisser uit de top twintig. Dat ben ik al tijden niet meer en daarom vroeg ik hem in november water bij de wijn te doen. Dat wilde hij niet."