Afsteektijden vuurwerk niet aangescherpt

De afsteektijden rond oud en nieuw waarbinnen vuurwerk mag worden afgestoken, worden niet aangescherpt. Dat zou een te groot beslag leggen op de mankracht van de politie. Dat stelt de Commissie overlast jaarwisseling in het rapport 'Een prettige jaarwisseling' dat maandagmiddag werd overhandigd aan minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst (PvdA).

Het kabinet stelde de commissie onder leiding van de Nijmeegse burgemeester Thom de Graaf in na de overlast rond de afgelopen jaarwisseling, toen de hulpdiensten hun handen vol hadden aan vernielingen en overlast. Hierna kondigde het kabinet aan dat het de afsteektijd wil beperkten tot vier uur, van 22.00 uur tot 02.00 uur. Nu is het nog toegestaan om op oudejaarsdag vanaf 10.00 uur vuurwerk af te steken.

De conclusies van het rapport en een onderzoek waaruit blijkt dat de helft van de Nederlanders tegen het verkorten van de afsteektijd is, hebben de minister van gedachten doen veranderen. Deze maatregel is erg moeilijk handhaafbaar zijn en legt een te groot beslag op de capaciteit van de politie. Zij houdt de maatregel voorlopig achter de hand. Mocht blijken dat de jaarwisseling dit jaar wederom gewelddadig verloopt, kunnen de afsteektijden alsnog worden aangescherpt.

De Graaf stelt wel een aantal maatregelen voor om de overlast te beperken. Zo moeten de raddraaiers die voor overlast zorgen uit de anonimiteit worden gehaald. "De daders van vorig jaar moeten in een vroegtijdig stadium worden benaderd met de boodschap: we houden je in de gaten", zei De Graaf. Ook een meldplicht, gebiedsontzegging, boetes (mobiel) cameratoezicht moet leiden tot een afname van het aantal vernielingen.

Voor gemeenten, politie en overige hulpdiensten is het van belang dat de jaarwisseling net zo wordt voorbereid als een risicowedstrijd in het betaald voetbal. Dat voorkomt verrassingen achteraf, aldus De Graaf. Hij bepleit een betere samenwerking tussen alle instanties. Ook moeten gemeenten leren van elkaars aanpak. Eén landelijke aanpak is niet nodig, omdat de situatie per stad en dorp te veel verschilt.

Minister Ter Horst sluit zich aan bij al deze aanbevelingen. Het is goed dat de overlast rond oud en nieuw niet meer onder de noemer 'folklore' wordt geschaard. "Vorig jaar moest in Den Haag de brandweer achtohonderd keer uitrukken en in Utrecht brandden 22 auto's uit. Dit is niet leuk meer." De bewindsvrouw verwacht het meest van het uit de anonimiteit halen van de relschoppers.

De commissie pleit ook voor een prijsverhoging van het vuurwerk in de vorm van een milieubelasting, omdat 'de vervuiler betaalt'. Daar voelt Ter Horst niets voor. "De burgers betalen al via de belastingen voor het schoonmaken van de straten." Ook heeft de minister niet de indruk dat een duurdere vuurpijl leidt tot minder overlast.


Foto bij: Afsteektijden vuurwerk niet aangescherpt  (foto: DAG)