Taliban vluchten in grote haast weg uit Kabul

De Taliban blijken de Afghaanse hoofdstad Kabul in de nacht van maandag op dinsdag met de staart tussen de benen te hebben verlaten. De Noordelijke Alliantie kon gisterochtend ongehinderd de stad binnentrekken en zette onmiddellijk haar opmars naar het zuiden en oosten voort.

De internationale gemeenschap reageerde gisteren verheugd, maar ook met terughoudendheid op de opmars van de Noordelijke Alliantie. Met de bloedige onderlinge strijd begin jaren negentig in gedachten, riep de Amerikaanse president George Bush de leden van de alliantie op om "te handelen in overeenstemming met de mensenrechten".

Minister van Defensie Rumsfeld maakte gisteravond bekend dat er in Kaboel inmiddels ook Amerikaanse commando's zijn, die als adviseurs van de Noordelijke Alliantie fungeren. Volgens Rumsfeld zijn er echter te weinig VS-troepen in de stad om op te treden als politiemacht tegen mogelijke vergeldingsmoorden.

Doelwit van de alliantie zijn vooral de twee steden die nog in handen van de Taliban zijn: Jalalabad in het oosten en Kandahar, het bolwerk van de Taliban, in het zuiden. Naar verluidt bevindt Taliban-leider mullah Omar zich nog in Kandahar; over de verblijfplaats van Osama bin Laden is niets met zekerheid bekend.

Hoe gehaast en ongeorganiseerd de Taliban-troepen zich uit Kaboel hebben teruggetrokken, blijkt uit een oproep van mullah Omar. "De troepen moeten niet als kippen van hot naar haar rennen, maar zich hergroeperen", zo liet hij gistermiddag weten.

Uit zijn woonplaats Kandahar kwamen inmiddels berichten van opstanden tegen de Taliban. In Jalalabad, dat in het nauw lijkt te komen omdat er al alliantiesoldaten aan de Khyberpas zouden staan, zei de Pasjtoen-leider van de stad dat hij overweegt zich over te geven.

De acht buitenlandse hulpverleners die al maanden in Kaboel gevangen zaten op verdenking van het verspreiden van de christelijke boodschap, zijn volgens ooggetuigen door de Taliban meegevoerd naar Kandahar.

Terwijl de commandanten van de alliantie zich concentreerden op de nieuwe fronten, lieten ze in het gebied ten noorden van Kaboel en ten oosten van Mazar-i-Sharif nog fronten open. Bij Konduz en Baghlan wordt nog steeds gevochten, het hevigst bij Konduz, waar volgens de Noordelijke Alliantie 17.000 Taliban-aanhangers zijn omsingeld.

Konduz is een sleutelplaats aan de grens met Tadzjikistan, een mogelijke route voor hulpkonvooien. Hulp kan vooralsnog niet naar Kaboel worden gevlogen, omdat zowel de militaire luchthaven Bagram als het vliegveld van Kaboel zelf door de oorlog ongeschikt zijn om te landen.

De oproep van president Bush om de mensenrechten te respecteren, werd versterkt door een waarschuwing van VN-mensenrechtencommissaris Mary Robinson dat "wraakacties tegen Afghaanse burgers niet getolereerd zullen worden".

Dat dergelijke zorgen gegrond zijn, bleek toen gisteren berichten werden bevestigd dat in de noordelijke stad Mazar-i-Sharif meer dan honderd Taliban-aanhangers die zich in een school schuil hielden, zijn vermoord. Ook de verdeling van Kaboel in wijken onder Oezbeekse, Tadzjiekse en andere facties uit de Noordelijke Alliantie wordt door de internationale gemeenschap met argusogen gevolgd.