Thuiskomen
"Wat is er nu zo bijzonder aan Beverwijk, Martin? Vertel eens." Het zijn de woorden van mijn collega vanmorgen. De meeste mensen kennen het van de Bazaar. Ja, daar ben ik ook wel eens geweest vroeger. "Kun je lekkere kruiden kopen", zegt mijn broer.
"We hebben een prachtige koepelkerk en in Heemskerk staat een echt kasteel", weet ik mijn collega te vertellen, die wel van cultuur houdt. "Wat voor mij erg fijn is, is dat ik alles dichtbij heb. Ik heb alle belangrijke voorzieningen binnen een straal van vijfhonderd meter. De huisarts, apotheek en tandarts zitten letterlijk bij mij om de hoek. De super, bioscoop, gemeentehuis en het ziekenhuis op slechts enkele honderden meters. En, voor een treincolumnist als ik niet onbelangrijk, het station." "Ja, dat is ook heel wat waard", knikt mijn collega.
Het straatje waar ik woon, is erg gezellig. De hele dag is er levendigheid. "We zitten hier 's zomers met zijn allen buiten", vertelt het meisje van de pizzeria mij. Wanneer ik bij thuiskomst mijn sleutel in het slot steek, zegt een dame die op een bankje in de zon zit te genieten van haar ijsje spontaan tegen mij: "Wat woon je daar leuk!" We maken kort een praatje. Over Beverwijk. Over de straat. Over mijn woning. En over haar ijsje.
Toen ik vroeger in Zandvoort aan Zee over het strand liep met mijn - dit jaar overleden - beagle Struin, nam ik mijzelf voor dat wanneer ik ooit dichtbij het strand zou wonen, ik er elke week naartoe zou gaan. Dat kan vanuit Beverwijk te voet, een kleine vijf kilometer. Of twee keer per uur met de bus. Je raadt het misschien al, de halte is bij mij om de hoek. "Waar moet je heen, Wijk aan Zee?", vraagt een jongen mij. Hij stopt met zijn auto bij de bushalte waar ik sta te wachten. "Stap maar in!" We kletsen onderweg over het voetbaltoernooi dat hij organiseert. Op het Julianaplein in Wijk aan Zee schud ik zijn hand, bedank hem en wandel verder richting de duinen.
Het strand is voor mij elke week vaste prik, net als de duinen van Castricum. Enorm uitgestrekt en adembenemend mooi, een gave van de natuur. Zo sta je opeens midden tussen de paarden in het bos, loop je achter een kudde schapen in de heerlijke zomerzon en een moment later sta je oog in oog met een Schotse Hooglander. De talrijke vogels geven de stilte die er heerst een geluid.
Wanneer ik na mijn lange wandeling weer naar huis loop, kom ik 'de mannetjes’ tegen. Zo noem ik ze. Elke avond doen ze samen met hun hondjes (één ervan is een beagle) hun ronde. De oudere van het stel groet mij met zijn hand aan zijn pet. Ik groet terug.
Komende donderdag krijg ik een heuse rondleiding door de gemeente Beverwijk. Op de fiets. Van een dame die ik via Twitter ken. Als ware zij mijn 'pri-VVV'.
Beverwijk. De mensen zijn er aardig en spontaan. Zij zorgen ervoor dat ik me er thuis voel. En dat is nu precies wat Beverwijk voor mij zo bijzonder maakt.