Hallo, met mij!

"Hallo, met mij", klinkt het vriendelijk, bijna zingend. De dame naast me heeft duidelijk een bekende aan de lijn. Nu weet die ander natuurlijk wel wie hij of zij belt, maar dan nog vind ik het gepaster om gewoon met je eigen naam op te nemen, die heb je immers niet voor niets gekregen. Ze is – ik schat – een jaar of vijfentwintig en van Oosterse afkomst. Schuin tegenover mij zit een man met zijn neus diep weggedoken in een dik boek. Tijdens het telefoongesprek gluren zijn ogen over de rand, op zoek naar de herkomst van deze luidruchtige treinverstoring.

De hele coupé kan meegenieten van het gesprek. Maar ach, we zitten hier niet in een stiltecoupé. Of je nu met iemand tegenover je zit te praten of met je vriendje thuis, dat maakt dan weinig verschil. De man schuin tegenover mij denkt daar toch anders over en maakt dat kenbaar middels heftig snuivende geluiden. Hij kán natuurlijk ook gewoon vragen of het iets zachter kan of een andere plek opzoeken.

Wanneer de 'telefoonterreur' is beëindigd, raak ik met de dame aan de praat. Ze studeert psychologie en is op zoek naar een baan. Als het lawaai van de over de brug denderende trein ons gesprek overstemt, pak ik een kaartje uit mijn tas. Dan kan ze mijn columns nog eens opsporen. Zij geeft op haar beurt mij een kaartje waarop enkele Chinese tekens staan afgebeeld. Mei Ling heet ze. Op Amsterdam Centraal moeten we er allebei uit. Bij het opstaan geef ik haar een hand. "Bedankt voor het leuke gesprek." De man tegenover ons kijkt nog eenmaal op uit zijn boek. De woorden 'succes met je studie' staan op het punt mijn mond te verlaten, maar dan word ik wederom onderbroken door haar telefoon.

"Hallo, met Mei."