Appels zijn gezond

Jan WillemIk sponsor een Afrikaantje, Machupa heet ie. Mooi mannetje is het. Twaalf jaar inmiddels en behoorlijk bijdehand aan het worden. Vorig jaar ben ik gezwicht voor één van die filmpjes over honger in Afrika. Confronterende beelden zijn dat en komen altijd op het verkeerde moment. Net als je een hap van een stokbroodje brie neemt, verschijnen de hongerbuikjes in beeld. Compleet met vliegen en een triest muziekje eronder. Ik streek over mijn hart en Machupa is het gevolg. Twee euro per maand en die jongen kan met minimale basisbehoeften in leven blijven. Hij blij, ik minder schuldgevoel.

Sinds een maand of wat bellen we af en toe. Gaat nogal onhandig. Mijn Swahili is niet wat het geweest is en hij kan slecht omgaan met de enige mobiele telefoon van het dorp. Collect call begrijpt hij dan weer wel. Gisteren belde hij me op. Of er nog wat gebeurd was hier. Machupa en ik hebben afgesproken dat hij in ruil voor mijn sponsorgeld af en toe interesse in Nederland toont. Doet hij dan ook braaf. Ik zeg tegen hem: “Machupa, het geld van onze regering is op. Niet zo op als bij jullie, maar het begint wel serieus te worden. Vier partijen hebben een tijdje gedaan alsof ze samen die financiële tekorten willen aanpakken, maar dat gaat niet door. En oh ja, er is een pelikaan ontsnapt uit een dierenpark. Dat is het wel zo’n beetje.” Machupa reageert nonchalant en zegt dat hij honger heeft. Vandaag eet hij voor de twintigste dag achter elkaar rijst uit een smoezelig kommetje. Of ik ook honger heb vraagt ie. “Ik heb net een appel op. Dat is erg gezond, wist je dat?”

Voor die twee euro per maand krijgt Machupa geen scholing, maar dat appels gezond zijn weet hij wel. Toen zijn moeder nog leefde heeft zij hem dat geleerd. Hij heeft er nog nooit één gehad, maar dat ze gezond zijn weet volgens Machupa iedereen. “Knap dat je dat weet man” complimenteer ik hem. “Bij ons is de afgelopen vijf jaar voor veertien miljoen euro onderzoek gedaan naar het effect van appels op mensen. En wat blijkt? Ze zijn inderdaad goed voor je!” vertel ik. Machupa vraagt hoeveel appels je kunt kopen voor veertien miljoen euro. Ik antwoord dat ik niet zo prijsbewust ben, maar dat je voor dat bedrag de hele provincie waar Machupa woont, kunt bedelven onder een dikke laag appelmoes. “Na het onderzoek weten we ook hoe we appels langer kunnen bewaren” ga ik verder. “Zo lang dat je ze in goede staat kunt verschepen naar ons dorp?” vraagt Machupa. Bijdehand. Ik leg uit dat er eerst onderzocht moet worden of het gezondheidseffect ook van toepassing is op donkere mensen en daarna hoe appels het efficiëntst naar Afrika gezonden kunnen worden. Machupa begrijpt het niet. Hij bedankt me voor mijn twee euro per maand en zegt dat hij voorlopig geen tijd heeft om me te bellen. Verbouwereerd hoor ik aan hoe hij de verbinding verbreekt. Tijd voor een tweede appel, is schijnbaar nóg gezonder.