Spleetogen dragen geen neukbandjes
Wat betreft criminaliteit spitst de politieke discussie zich steeds vaker toe op allochtonen. Wilders en andere rechtse rakkers maken gewag van het feit dat Marokkaanse, Antilliaanse, Surinaamse en Turkse mannen sterk oververtegenwoordigd zijn in de Nederlandse gevangenissen, terwijl linkse linkeballen dit proberen te verklaren aan de hand van de achtergestelde behandeling waarop de gekleurde medemens wordt getrakteerd door autochtone landgenoten.
Voor nu laat ik deze discussie vol drogredenen en dogmatisch gekrakeel voor wat het is. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. In plaats daarvan verplaats ik de blik een stukje richting het Oosten. Even Geertje pesten.
Niet alle minderheden zijn oververtegenwoordigd in de Nederlandse strafrechttombola. Neem nou de Aziaten (of spleetogen, zoals VVD-kamerlid Arend Jan Boekestijn deze bevolkingsgroep liever aanduidt). In vergelijking met deze ‘allochtonen’, bulken onze gevangenissen van het blanke uitschot. Het verhaal van een witte hooiberg met een geel speldje. En dat komt niet alleen doordat de spleetogen liever rijstwijn en pekingeend consumeren dan water en brood. Nee, het lijkt een universeel verschijnsel, dat al op zeer jonge leeftijd aan de oppervlakte komt. Veelal blinken Aziatische kinderen reeds op de basisschool uit, niet in de laatste plaats door een ijzeren discipline. Ze zijn het toonbeeld van bescheidenheid, oprechtheid en vriendelijkheid.
Ondertussen vervalt onze westerse moraliteit als de bankrekening van Marco Borsato. De deugden verschuilen zich ergens achter scheldende peuters, gewelddadige kinderen en 13-jarige bitches die neukbandjes dragen, zodat 15-jarige pimps in één oogopslag zien dat ze wel in zijn voor een ‘goed gesprek’.
Daarentegen houden Aziaten de normen en waarden in ere. Het wordt hen met de paplepel ingegoten lijkt het wel. Maar wie heeft die pap ooit bereid?
Ik durf te stellen dat Confucius de ingrediënten bij elkaar heeft gezocht. De hedendaagse Aziaten bezitten nog steeds de karaktereigenschappen die de grote wijsgeer bijna 2500 jaar geleden propageerde; menselijkheid, kinderlijke gehoorzaamheid, trouw, wederkerigheid en rechtvaardigheid.
Omdat het gisteren de geboortedag van de grote wijsgeer was, laat ik de jarenlange communistische onderdrukking even buiten beschouwing en feliciteer hem met die overwinning. Terwijl de grote godsdiensten zich in steeds vreemdere bochten wringen om zieltjes te winnen, heeft het gedachtegoed van Confucius zich in het collectieve geheugen van Azië gevestigd.
Menig bloedige veldslag is gevoerd onder de vlag van het christendom, islamieten juichen bij iedere aanslag op een westers doel en joden zijn niet lief voor Palestijnen. Allemaal vormen van geweld, ingegeven door angst. Angst voor de tanende populariteit van de religie, voor andersdenkenden, voor de dag des oordeels en daarmee ook voor het leven.
Confucius was niet bang. Hij beweerde niet een profeet te zijn die iets nieuws bracht, bijvoorbeeld in de vorm van een goddelijke openbaring of een incarnatie van God. Hij wilde geen religie of ideologie vestigen. Geen volgelingen kweken, geen dure kerken, offers of andere idiote adoratie. Hij was gewoon een goed mens die de wereld een stukje beter wilde maken. Was hij maar in Europa geboren.
Maar nu even serieus: wat voor kleur bandje heb jij?