Mijn vader bevrijden

Zouden christenen hun heilige Vader vandaag een beetje extra eren door bijvoorbeeld meer te bidden? Wordt het ‘Onze Vader’ vandaag meer gebruikt dat andere dagen?
Zouden klokken- en horlogemakers vandaag hun eer bewijzen aan Vadertje Tijd? Bij wijze van grap desnoods.
Ik vind dat interessante vragen. Hoewel het daadwerkelijke antwoord me dan weer niet echt interesseert. Het is leuk om er over na te denken.

Mijn vader niet. Die vindt nadenken over zulke zaken tijdsverspilling. Hij zou, hooguit, mild lachend zeggen: ‘typisch Kuifkrullen.’
En verder zou hij het negeren, doorgaan waar hij mee bezig was. Werken of televisie kijken. Hij zou er in ieder geval niet te veel woorden aan vuil maken.
Ergens woorden aan vuil maken is sowieso niet echt zijn kop thee. (Net als thee op zich trouwens: ‘geef dat spul maar aan je moeder.’) Nee, mijn vader is vrij zwijgzaam.

Tenzij hij over zijn werk praat. Of over de kleinkinderen. Of over ambtenaren en ‘de autoriteiten.’ Dan praat hij honderduit. Vooral als het op die laatste twee aankomt. Dan kom je er nauwelijks tussen. En als er dan een gaatje ontstaat in zijn afkeurende woordenstroom en je komt met een tegenargument dan houdt hij op met praten. En blijft hij stil. Aan discussiëren doet mijn vader niet. Zeker niet met zijn zoon.

Want stel je toch eens voor dat de zoon gelijk blijkt te hebben. Dan is de zoon beter dan zijn vader. En dat mag niet.
Vader, voor eens en voor altijd: dat is de grootste onzin welke je nooit hebt uitgesproken.

Maar het past in het rijtje waar ook ‘de emoties’ in passen. Emoties mogen niet aan de kinderen getoond worden.
Want papa moet sterk zijn. De sterkste. En daar past emotie niet bij.
Vader, je gaat niet zeggen dat je je ellendig voelt. Je zegt niet tegen jouw zoon dat jouw lichaam steeds minder meewerkt. Door de ziekte. Zelfs niet als hij erom vraagt. Dan bagatelliseer je het tot het niets meer voorstelt. Tot het niet meer bestaat. Tot je het kan afdoen als onzin.
Zoals je graag dingen afdoet als onzin.
(Na de zoveelste interessante discussie met mijn moeder: ‘pap wat vind jij ervan?’ ‘Ik vind het onzin.’)

Mijn broers hebben een hechtere band met mijn vader. Persoonlijker, intiemer. Maar zij hebben mijn vader ook kleinkinderen geschonken; hun leven volledig op de rit; en doen echte-mannen-beroepen als werken aan wegen en huizen.
Daar heeft mijn vader verstand van; daar heeft hij een mening over.

Ik, echter, werk in de zorg. Besteed bijna al mijn vrije tijd aan sport; verhuis om de haverklap; heb mijn ouders nog niets verteld over haar. Ik heb nog bijna niemand verteld over haar. Ik schrijf columns en boeken en ben soms hardop ongelukkig.
Daar kan mijn vader niets mee. Dat zegt hij niet. Hij zwijgt erover. Soms lijkt hij mijn leven te negeren. Hij negeert niet mij - dat nooit! – maar mijn rommelige leven. Mijn eindeloze zoektochten naar geluk en verrijking. Het najagen van mijn dromen en het altijd maar doordromen; mijn lyriek over muziek, boeken en films; mijn hang naar idealisme.
‘Zorg nou maar gewoon dat je een lieve vrouw vindt, een goed en groot huis en krijg een kindje of twee. Dan komt het allemaal wel goed.’ Hij heeft het nooit gezegd maar ik heb het zo vaak gevoeld.

Mijn moeder vertelt soms aan mij wat hij vindt. Via via hoor ik dat hij vaak over mij praat. Hij vertelt vol lof over mijn bezigheden, sportprestaties, mijn drang om het anders te doen.
Dat doet me goed. Maar ik zou het zo graag eens uit zijn mond horen.

Maar dat kan hij niet. Hij zit opgesloten. Opgesloten in zijn gedrag, in hoe hij vader is. In hoe hij man is.
Geen idee of dat komt door zijn opvoeding; de tijd waarin hij groot werd; de tijd waarin hij nu leeft; door wat hij mee maakte; zijn karakter, of door… weet ik het. Ik ben geen psycholoog.
Maar ik weet wel dat mijn vader lang niet altijd de man is die hij laat zien. Dat mijn vader heel vaak niet de man is die hij laat zien.

Maar ik wil dat je vrij bent papa. Mijn vaderdagcadeau voor jou is een sleutel. Een sleutel van jouw keurslijf.
Ik wil dat je vrij bent om te zeggen wat je wilt. Tegen wie je wilt.
Vrijheid om te dromen. Om jouw dromen uit te spreken. Vrijheid om ze na te jagen.
Vrijheid om alles.
Vrijheid van het ongemakkelijke gevoel wanneer jouw zoon zegt dat hij van je houdt.

Om open te zijn.
Om jezelf te zijn.
Wees vrij papa.