column
Dat heb ik weer (Zomaar op straat)

"Goedendag, mag ik je iets vragen?"
"Vraag gerust, maar of je antwoord krijgt, ís maar de vraag."
"Eh… o. Eh… "
"Nou, vraag dan! Ik heb geen uren de tijd!"
"Bid je wel eens?"
"Ja. Ik bid iedere dag dat ik op straat niet lastig word gevallen met dit soort onzinvragen. En tot op de dag van vandaag zijn mijn gebeden nog niet verhoord. Dus die pipo van een god van jou deugt niet."
"Maar ik wilde alleen maar…"
"Jullie religieuze lui zijn er slechts op uit om zieltjes te winnen. Niet luisteren naar de ander, maar de ander wél meeslepen je godverdomde kerk in."
"Nou, je moet wel respect hebben voor mijn geloof. Daarom wil ik niet dat je vloekt."
"Ik vind dat jij ook respect moet hebben voor mijn ongeloof. Respect is géén eenrichtingsverkeer, godverdomme."
"Eh, wat ik wil zeggen… ik vind niet dat je kunt maken dat …"
"Waarom moet ik rekening houden met jou, terwijl jij geen rekening houdt met mij? Ik trek me niet zoveel aan van wat mensen van mij vinden. Jij vindt dus dat ik dit niet kan maken? Nou, het kan wél, hoor. Kijk maar!"
"Je bent nu wel heel provocerend bezig."
"Wie ben jij om een oordeel te vellen over een ander? Bovendien, binnen de grenzen van de wet, binnen de beperkingen van het redelijke, bestaat er niet zoiets als provocerend of aanstootgevend gedrag. Het is vaak niet het gedrag dat aanstoot gééft, maar veel meer het feit dat een ander aanstoot néémt aan gedrag. En dat is iets héél anders. Dat zegt namelijk veel meer over jou. Flikker toch op, zeg."
De zendeling had het erg benauwd gekregen. Ondertussen stond er een heel groepje mensen om ons heen. Jammer, dus. Nu kon ik hem niet een handje helpen door hem de keel helemáál dicht te knijpen.
Zelf begin ik met de jaren steeds meer te begrijpen. Dingen waar ik vroeger met mijn pet niet bij kon, die zijn nu voor mij zeer helder. Neem nou het volgende voorbeeld.
Ik zat laatst met een alleraardigst meisje op een terras. Vanuit de verte zag ik een man komen aanlopen. Een man, die mij onmiddellijk met afschuw vervulde. Zweedse klompen, dikke pens en spijkerbroek daaronder bungelend. Een spijkerbroek die hij steeds moest ophijsen. Ik vroeg me af in welke carnavalswinkel hij zijn kleren had gekocht. En dan heb ik het nog niet eens over zijn kop. Allahmachtig, wat een bakkes om weg te plamuren, zeg! Met van die vettige flaporen en een onderkaak waarmee men een lekke Harold of Free Enterprise in één schep mee leeg zou kunnen hozen. Zijn ondergebit stak ver boven zijn strontneus uit. Achter hem aan liep een vrouw. Hoe zou je zelf zijn? Vrouwen zijn vanzichzelf niet slim, maar iedere achterlijke sloor zou nooit naast dit miscreatuur willen gaan lopen. Twee mismaakte kindjes sloten de rij.
"Lieve Paola," wendde ik mij tot het alleraardigste meisje. "Heb je die man daar gezien?"
Het meisje keek in de richting van mijn wijzende vinger.
"Weet je," ging ik verder, "als ik die man bekijk, dan begrijp ik ineens zinloos geweld. Het zou toch verboden moeten zijn dat dergelijke abjecte dieptepunten der schepping zich in het openbaar vertonen? Het is toch stuitend dat dit soort figuren niet de eigen verantwoordelijkheid neemt en zich vrijwillig meldt bij het abattoir? Waar zijn de tijden gebleven dat een tiep als dit nog gewoon naakt aan een ketting aan de muur lag? Welk een wereldschande dat het zich ook nog heeft weten voort te planten. Zo’n stinkend schijtuiterlijk zou je je ergste vijand toch niet toewensen? Laat staan je eigen kinderen."
Ik wilde opstaan om het straatbeeld te verfraaien, maar het alleraardigste meisje hield me tegen. "Het is te warm voor al te veel lichamelijke arbeid," zei ze. "Laten we nog iets te drinken bestellen."
Ik vond het alleraardigste meisje ineens een nogal stomme trut worden, en realiseerde me dat het met dit mokkel ook wel weer nooit iets écht moois zou worden.
"Nee, helaas," antwoordde ik haar. "Ik moet naar huis, want ik heb Turkse indigestiesoep op het vuur staan, en ik wil niet dat die overkookt. Dan is alle voetaroma eruit. Goedendag."
Zonder verder nog naar haar om te kijken liep ik van het tafeltje vandaan. Het wandelend gedrocht was toen in geen velden of wegen meer te bekennen, dus de kans op een stevig robbertje zinloos geweld was die middag verkeken. Dat heb ik weer.
Apeldoorn, juli 2007
Ik zag het ook nog eens allemaal voor me dus dat is een goed teken dacht ik zo.
op FOK!
op Facebook
op de website
Overigens vind ik dat tweede stuk dan weer een beetje te ver gaan, in ieder geval als het verder komt dan gedachten. foto
Als ik zomaar even op straat ben, zie ik mooie meiden om me heen lopen. Het lijkt wel alsof er elk jaar meer van rondlopen. Vooral in de zomer. Over dat genot is het veel leuker iets te schrijven; belangrijker te lezen.
Dan vraag ik je: wíe heeft er nou geen respect voor de ander? Als je normaal zou zeggen "daar heb ik geen behoefte aan" (of iets met die strekking) en een persoon zou tóch doorgaan, dán draai je de zaken weer om.
Ik hoop dat de schrijver dit alleen zo plaatst om lekker populair z'n frustraties kwijt te raken, want als je écht zo denkt zou ik tóch eens bij mezelf te rade gaan foto
Maargoed, zolang ze het 1x netjes vragen en oprotten als ik nee zeg heb ik er niet zoveel problemen mee.
Toch blijven de kaarten en bloemetjes komen...
Dat noem ik dus ook niet erg respectvol. (Als kanttekening daarbij: WIJ ontvangen zoiets nooit en we wonen in hetzelfde dorp...)
Volgens mij had je beter wel naar die man kunnen luisteren, want enige naastenliefde schijn je niet te hebben...
Aan de columnist: Zo hé. Jij bent echt stoer...
foto
Maximaal 250 tekens
(te kort? neem een abonnement)
Violets are blue
Wololo Wololo
Now violets are red too
Violets are blue
Wololo Wololo
Now violets are red too
Zielig hoor Bazbo, wat een kutcolumn, waarom kun je in de rest van de reacties wel lezen.
Verder zijn dit natuurlijk hersenspinsels en geen dingen die hij daadwerkelijk gezegd heeft. Een "normaal" mens zou gewoon "nee, geen interesse" zeggen en weglopen ter preventie van minutenlange irritatie en tijdverspilling. Dit is misschien wel een tirade van een mannelijke Sara Kroos, maar zijn vocabulair, vergelijkingen en woordconstructies zijn wel van zodanige kwaliteit dat er zeker weten schrijversbloed in zijn lichaam zit.
En "goed/slecht" bestaat niet. Dit is typisch een specifieke schrijfstijl waar je van kunt houden of niet. Daarom zou een "niet bepaald mijn smaak" ook wel voldoen in plaats van onnodige argumenten die allemaal op hetzelfde neerkomen.
Laatst een "onderzoekje" van de casema aan de voordeur:
"Hallo, ik ben van de Casema, en U bent klant, en ik wil graag weten of U tevreden bent over de service."
Ik antwoord, Uw eerste vraag is: Mag ik U wat vragen, en het antwoord daarop is "nee".
Zij weer: Nee, mijn eerste vraag is bent U tevreden over de service...
Daar moest ik even tien seconden over nadenken en wat woede wegslikken, ik heb maar geantwoord dat ik aan het koken was, en ze stoorde.
Nou toen mocht ik weer naar binnen hoor.
Te makkelijk, te vaak gedaan.
Daarnaast ongeloofwaardig dat je ooit met een mooi meisje op een terrasje zou zitten.
Als we dan toch mensen naakt aan een ketting gaan hangen, laten we t dan niet doen op basis van uiterlijk, maar op basis van karakter. Maar goed kans dat je op beide vlakken even slecht scoort.
Misschien vooral het stukje herkenning in de gristenen die het maar blijven proberen foto
Tweede heb ik niet afgemaakt, juist de lelijkste dingen maken deze wereld deze wereld
What?!
It's an inanimate fucking object.
You're an inanimate fucking object!!!
Het is trouwens toch geen waargebeurd verhaal? Waarom lopen er een paar dan weer zo te zeiken. Ik vind het grappig om te lezen foto
Mijn vriendin kreeg ook een brief op de deurmat. Of ze even thuis kon blijven op *datum* want dan kwam er een kerksjakie verhaal doen. Als ze dat niet wilde moest ze afbellen. Echt zo krom, als zij met de kerk iets wilt neemt ZIJ wel contact op. foto
Als een collectant aan de deur staat, mag ik hem dan ook uitschelden?
Hij toont immers geen respect door mij om geld te vragen.
Als de postbode aanbelt, mag ik hem dan ook uitschelden?
Hij toont geen respect door mij te storen tijdens het schrijven van een antwoord op een kut-column.
Als Talpa een programma uitzend, mag ik John de Mol dan uitschelden?
Hij toont immers geen respect door mij smakeloze rotzooi voor te schoten.
Als een ober vraagt of ik nog iets wil drinken, mag ik hem dan ook uitschelden?
Ik heb hem immers niet gevraagd om mij lastig te vallen tijdens mijn diner.
Als ik iemand in een pak zie lopen, mag ik hem dan in elkaar slaan?
Ziet namelijk toch niet uit, zo'n pak.
Als iemand een zonnebril draagt, mag ik hem dan in elkaar slaan?
Dat ziet niet alleen stom uit, maar toont ook geen respect omdat hij mij niet in de ogen kan kijken.
En als ik dit een kutcolumn vind, mag ik jou dan uitmaken voor een zielig puberaal oerdom mormel met een kleine piemel?
Ik snap blijkbaar de column niet... foto
Kortom: uitermate wazig verhaal. Via de telefoon kan ik me er nog niets bij voorstellen. Maar dan nog.
Mijn blik zal hem maar eens niet bevallen!
Harold laat weten dat hij eigenlijk "Herald" heet. Voluit en vertaald dus: "Heraut van het Vrije Ondernemerschap".
Ezelsbruggetje: He-raut = Herald. Twee keer een e in de eerste lettergreep.
Verder wel een aardige opmerking dat het niet zozeer aanstoot geven als wel aanstoot nemen is.
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd op FOK.nl. Als je nog geen account hebt kun je gratis een FOK!account aanmaken