9. Ben nors in de nor

Uit enkele verloren gewaande geschriften van de ziener Nostradamus blijkt dat er zich in Nederland een prinses Laurentien antichrist bevindt: Ben de Leider.

In het voorgaande (8e) deel wordt Ben de Leider in een geblindeerde auto naar een niet nader te noemen beveiligde overnachtingsplaats gebracht. Ben vraagt zijn chauffeur Theo de Volggers om uitleg te verschaffen over de hectische avonturen die hij sinds vanmorgen zoal beleefd heeft. Theo belooft deze pas te geven als ze de plaats van bestemming hebben bereikt, ..en blablablabla.., ..en een hoop gezeik..

Nu deel 9:

De plaats van bestemming was bereikt. Ben de Leider was geblinddoekt naar binnen geleid, waar hij werd opgewacht door enkele beveiligingsbeambten. Zij ontdeden Ben de Leider van zijn blinddoek, wezen hem het toilet, en enkele minuten later zat Ben de Leider op een bed in een kleine, fel verlichte cel, omringd door Theo de Volggers en een drietal beveiligingsagenten. Theo keek op zijn horloge, toen er op de deur werd geklopt. Wie zou dat zijn? Theo stond op en deed de celdeur open. Daar stond Ursula Dobbelsteen, die Ben de Leider eerder die dag met een mes had geprobeerd te vermoorden op het kantoor van reclame- en conceptbureau 'anticoncepti'. Een beveiligingsagent op de gang porde in haar rug, en duwde Ursula, wier handen op haar rug waren geboeid, de cel in.

'Wel ja, Ursula Dobbelsteen!' riep Ben de Leider woedend, 'Wat kom jij nu weer hier doen, greppeldel? Me alsnog aan het mes rijgen? Of je verontschuldigingen aanbieden? Nou? Waar is je bosje bloemen dan, trut met tieten?! Ik zal je voor zijn, al is dat gezien je trage verstand niet al te moeilijk: ..ik accepteer je excuses niet, hoor je dat?! Ik heb nog liever een tongzoen van Judas Iskarioth dan ook maar één kus van jou, duivelin! Geef me een tondeuse, dan scheer ik je kaal, vuile verraadster! NSB-er! Een pruik van pek en veren, dat zou je goed staan! Kutter- dan kutwijf is een understatement voor hoerige sloeries als jij!"
-"Rustig, meneer De Leider, rustig!", viel Theo de Volggers hem in de rede. "Ursula zal haar straf niet ontlopen. Maar ze wilt het u uitleggen!"
"Uitleggen? Die enige die hier gaat "leggen" ben ik, zou m'n ome Teun zeggen, met zijn onverbeterlijke Rotterdamse tongval. Weet je, het kan me allemaal niet meer schelen. Alsof de eerste de beste brakke moordpoging op mijn persoon me ook maar iets interesseert. Ik leef nog! Dit in tegenstelling tot jullie, als jullie niet heeeeeel gauw oprotten. Ik wil slapen, ik ben moe."
-"Maar wilt u geen verklaring?" vroeg Theo de Volggers, "Ursula wil.."
"Een verklarende stamp voor je smoel kun je krijgen, muffe drol! Opzouten, allemaal! Morgenochtend graag een goed smakend ontbijt, met de authentieke hagelslag van Venz, die ik bij mijn ome Teun ook altijd als ontbijt voorgeschoteld kreeg.

Verder wil ik nog wat ochtendkranten, een laptop, een pakje sigaretten, en een oplader voor mijn leeggelopen Nokia 4420. Die lege accu symboliseert mijn gemoedstoestand, dus ik herhaal het nog één keer: opzouten! Ik moet fris zijn voor mijn optreden bij Nova morgenavond."

Theo de Volggers, Ursula en de drie beveiligingsagenten verlieten de cel, die daarna op slot gedraaid werd. Ben de Leider ging op de rand van het bed zitten en geeuwde. "Het is jammer dat de meeste mensen mij zo tot het uiterste drijven. In wezen ben ik een uitermate sympathieke jongeman. Ik heb alleen af en toe een slechte bui. Regentijd, kun je beter stellen."
Ben wilde gaan liggen, maar voelde dat er iets in zijn kontzak kraakte. Hij ging recht op de rand van het bed zitten, en greep naar het opgevouwen papier dat uit zijn kontzak stak. Het was het gewraakte epistel dat hij vanmorgen op zijn bureau vond, het schrijfsel waar dit doldwaze avontuur allemaal mee begonnen was. Hij vouwde het open en las het nog een keer. Vooral het tweede deel van het papier interesseerde hem:

"Geboren op de drie maal zesde dag van zesde maand
Onder het astrologisch teken van de gespleten Gemini
Zal deze mogelijke antichrist wispelturig regeren, gelijk het gekozen paard
Van de waanzinnige keizer Caligula"
(Nostradamus, 946e kwatrijn)

"Het klopt nog ook!" mompelde Ben de Leider in zichzelf. "Nog een maandje en het is 18 juni. Dan word ik zevenentwintig. Legendarische leeftijd. Zou Atilla de Hen ook een Tweeling zijn geweest? En Jimi Hundrix? Die werd ook niet ouder dan zevenentwintig, net als Kurt Cobain, Janis Joplin, Keith Moon en Anne Frank." Ben de Leider kleedde zich uit, deed het licht uit en nestelde zich onder de dekens. "Tja, Anne Frank was in ieder geval wél een Tweeling. Een begenadigd schrijfster. Jammer dat ze er zo plotseling de brui aan gaf. Maar ja, Tweelingen staan niet erg bekend om hun doorzettingsvermogen."

Een uur later lag Ben de Leider nog wakker.
Ogenschijnlijk gevoelloos als hij was, hadden de gebeurtenissen van die dag hem wél geraakt. "Wat mijn probleem is..", dacht Ben de Leider, "..Is dat ik teveel nadenk. Het probleem van de rest van de mensheid is echter dat zij te weinig nadenkt. Die staatsgreep in Nederland wordt dan ook een makkie. De moordaanslagen ontwijken ook. Maar hoe val ik in godsnaam in slaap?"

Weer een uur later. Ben was nog steeds wakker. "Last van slapeloosheid, mijn ergste nachtmerrie", kreunde hij. "Nee, slapeloosheid, daar hoorde je Martin Luther King niet over.
Alleen maar: "I have a dream"geeuwen, de slaapkop. Geen wonder dat de katoenproduktie sinds 1963 met rasse schreden achteruit is gehold. D'n Tinus droomde wat af. Hij droomde dat alle mensen gelijk waren geschapen, ongeacht huidskleur en gelijke rechten. Tja, onder mij, knielend aan de laagste treden van mijn troon, is iedereen gelijk.." Ben geeuwde en viel eindelijk in slaap.

De volgende ochtend werd Ben de Leider weer wakker. Naast zijn bed stond een dienblad met een kan verse sinaasappelsap, twee croissants, een schaaltje marmelade, en natuurlijk het pak hagelslag van Venz. Verder lagen er een aantal ochtendkranten, een pakje sigaretten en een telefoonoplader. Ben sloot direct zijn telefoon aan en wilde een boterham met hagelslag smeren. In het pak hagelslag zat echter behalve hagel ook een briefje. "Guttegut, een boodschap van de geheimzinnige opdrachtgever zeker? In welk avontuur ben ik beland? "Het geheim van het scharlaken Schotse schuimgebakje"? "Ben de Leider en de Blauwe fonkelsteen?"
Hij vouwde het briefje open. Het was een geprint mailtje van Jeroen Pauw, geadresseerd aan het outlook-adres van Theo de Volggers. Er stond op dat Ben de Leider hem, Jeroen Pauw dus, zo spoedig mogelijk moest bellen. "Wel, vooruit", mompelde Ben, en hij zette zijn telefoon aan, terwijl deze nog aan het opladen was. Ben de Leider keek op het telefoonschermpje, waar een Duitse provider verscheen, onderwijl vergezeld van een reeks sms-jes en voicemailberichten. "Ik zit dus in Duitsland. Effe kijken.."
Ben de Leider rommelde wat met zijn telefoon, en ontdekte dat hij zich in de buurt van Bremen bevond. "Hmm.. Ik zal eerst die Pauw eens bellen.."
Ben de Leider typte het telefoonnummer in dat op het briefje uit het pak hagelslag stond.

"Ja, ..met Jeroen?", hoorde Ben de Leider zeggen..

(wordt vervolgd:)