De Laatste Band Verbroken
Totdat ik een passant tegen kwam, bleef ik, daar rijden, gekleed in mijn donkerblauwe pyjama trui met een pastel gele broek en een zwarte rug tas. Ik stopte voor een Mercedes, hij stopte voor mij, ik liet hem voorgaan en stak achter hem over totdat ik de stoep weer bereikte.
Ik was er bijna. Het was even zoeken naar de straat, maar ik vond hem ontkoppelde mijn skates en liep verder. Nadat ik gedaan had wat ik moest doen, bedankte ik en liep naar een paal met een straatnaam-bord.
Deze avond na wat lopen trok ik mijn skates aan. Het was al laat tegen tienen. Eigenlijk best onverantwoordelijk om in het donker met een zware tas, je te begeven, op een asfalt-weggetje. Als zeepkist op wielen hobbelde ik, stap voor stap, goed oppassen op de stoep. Toen er geen ruimte meer was op de stoep verschoof ik, naar rechts, de weg op. De auto's waar ik langs suisde bleven zwijgzaam staan terwijl ik weer de volgende straat inreed.
Totdat ik een t-splitsing tegen kwam, bleef ik, daar rijden, met een angstige blik in mijn ogen en een hart dat in mijn keel bonsde. Ik stopte reed terug en keek nogmaals naar het straatnaam-bord waarbij ik dit keer wel doorreed in deze o, zo bekende straat.
Ik was er bijna. Het zoeken naar haar raam, waar het licht brandde, maar zij, zij woonde er niet meer. Nadat ik verbijsterd mijn weg vervolgde, bedankte ik haar voor de inspiratie en vroeg mij af waar ze nu toch zou zijn.