Nederlandse dominantie op 10 km deel 1

Op dit moment zijn in Inzell de wereldkampioenschappen afstanden in het langebaanschaatsen bezig. Zaterdag staat de langste afstand bij de mannen op het programma, de tien kilometer. Deze afstand is echt het domein van de Nederlanders. Alle titels op deze afstand gingen naar een landgenoot, ook stonden er vaak nog meerdere Nederlanders bij op het podium.

De eerste keer dat er een losse titel te behalen was per schaatsafstand was in Hamar in 1996, en dat was ook meteen het begin van de zegereeks voor Gianni Romme. De man die tot dat seizoen tegen een doorbraak aanhikte wist dat jaar de stap naar de top te zetten en greep in de Noorse stad zijn allereerste wereldtitel met afstand in 14.05,46. Daar achter volgden schaats-Belg Bart Veldkamp met 14.15,20 en vlak daarachter Frank Dittrich met 14.15,33.

Het jaar erop strijkt het wereldkampioenschap neer op de openluchtbaan van Warschau. Daar blijkt het een compleet oranje feest te worden. Wederom is Gianni Romme die winnaar. Hij weet daar ook opnieuw ruim de snelste te zijn met 14.18,75. Daarachter deze keer superallrounder Rintje Ritsma met 14.30,60. En op de derde plaats dan 21-jarige Bob de Jong in 14.33:82. Van De Jong zouden we nog veel meer gaan horen.

 

Gianni Romme

 

In 1998 zijn er voor het eerst en ook het laatst afstandswereldkampioenschappen in hetzelfde jaar als de Olympische Spelen. Beiden titels gaan naar dezelfde schaatser: weer laat Romme zich gelden als de koning van de lange adem. Hij verbreekt in zijn rit op de supersnelle ijsbaan van Calgary het wereldrecord dat hij een kleine maand daarvoor schaatste op de Olympische Spelen in Nagano. Met 13.08,71 rijdt hij bijna 7 seconden van zijn oude toptijd af. Bob de Jong volgt met 13.22,64 en op brons eindigt de Duitser Dittrich met 13.30,33.

Heerenveen is in 1999 gastheer van de strijd om de titels en natuurlijks zijn de Nederlanders erop gebrand hier een mooi resultaat neer te zetten. Dat lukt en al helemaal voor Bob de Jong. Na een eerdere derde en een tweede plaats weet hij zijn eerste wereldtitel binnen te halen. In een jaar dat Romme gas terug lijkt te hebben genomen na zijn titeloogst van het jaar ervoor, weet De Jong toe te slaan met 13.26,61. Romme wordt nog wel tweede in 13.29,83 en wederom legt Frank Dittrich beslag op de derde plaats met 13.30,22.

 

Bob de Jong

 

In 2000 is de mondiale titelstrijd in Nagano, de baan waar Gianni Romme zijn grote successen behaalde tijdens de spelen van 1998. Het is dus een baan die hem goed ligt en waar hij zich prettig voelt. En Nagano is wederom goed voor de lange Nederlander, hij wordt voor de vierde keer wereldkampioen op de langste afstand met 13.12,27. Achter hem eindigt de inmiddels vertrouwde Bob de Jong op de tweede plek met 13.21,74, en de Duitse stayer Dittrich pakt voor de vierde keer brons in 13.27,93.

Salt Lake City is gastheer in 2001 en dat is ook de doorbraak van een nieuwe ster onder de Nederlandse stayers. Carl Verheijen weet op 25-jarige leeftijd de definitieve stap naar de wereldtop te zetten pakt met een kleine voorsprong het goud. Met 13.12,49 blijft hij Bob de Jong net voor die dus wederom zilver pakt in een tijd van 13.13,81. Brons is er voor de Rus Vadim Sajoetin 13.17,83.

 

Carl Verheijen

 

Morgen volgt deel twee van deze special en kijken we naar de titels die de Nederlandse schaatsers vanaf 2003 haalden.