CD: Opeth - Heritage
Met het tiende studioalbum in een tijdspanne van ongeveer 16 jaar mag Opeth zich met recht een zeer productieve band noemen. Elk album van deze Zweedse grootheden werd door de vele liefhebbers van het progressieve (death) metal genre al gauw bestempeld tot klassieker. De tijd tussen Heritage en hun laatste album, Watershed, betreft opvallend genoeg alweer drie jaar. Niet minder opvallend is de stijlverandering die op Heritage is ondergaan. Dat de meningen van de fans verdeeld zullen zijn lijkt hierdoor onontkoombaar.

De albumcover oogt wat dubieus, maar is in ieder geval rijk aan symboliek. De hoofden van elk bandlid hangen als rijpe appels aan de takken om hun muzikale vruchtbaarheid te tonen. De wortels van de boom lijken echter tot diep in de hel te reiken, een verwijzing naar hun death metal achtergrond. Wie oplet ziet ook dat keyboardspeler Per Wiberg zijn hoofd van de boom valt. Het geval is namelijk dat hij kort na het opnemen van het album de band verliet. De schedels onder de boom staan symbool voor de bandleden die Opeth inmiddels heeft versleten.
Heritage kan vertaald naar het Nederlands verschillende betekenissen dragen. Het bedoelde erfenis, maar ook versterving. Dit lijkt een ironisch uitgangspunt voor het album zelf. Wat versterving betreft heeft Opeth ditmaal de karakteristieke grunts volledig van de hand gedaan. Dit is geen unicum binnen hun oeuvre aangezien ze op het album Damnation tevens alleen gebruikmaakten van clean vocals. De gehele stijl van het album lijkt daarnaast volledig omgegooid van progressieve death metal naar klassieke progrock. Opeth lijkt af en toe nog wat zoekende op deze nieuwe weg. Wegens gebrek aan stevige momenten en climaxen voelt het album wat inspiratieloos en leeg aan. Tijdens een aantal nummers, 'I Feel The Dark' bijvoorbeeld, wordt er tijdens de atmosferische opbouw al snel gehoopt op een uitbarsting. Deze lijkt helaas al snel te stranden. De deceptie is eveneens voor te stellen wanneer een wat abrupte fade out een einde maakt aan het nummer 'Folklore'. Jammer, aangezien Opeth juist zo ambitieus van start leek te gaan met 'The Devil's Orchard'. Op dit nummer wordt instrumentaal vanalles uit de kast getrokken, maar ook de zanglijn, waar Nietzsche aangehaald lijkt te worden ("God is dead"), is opvallend.
De erfenis die Opeth uit lijkt te diepen grijpt vooral terug naar de jaren 60/70 progrock. Deze verwijzingen zijn onder andere te horen tijdens het gitaargepingel op een achtergrond van stilte, zoals King Crimson dat altijd mooi wist te brengen. Steven Wilson (Porcupine Tree) staat, zoals ook het geval was bij Blackwater Park en tweeluik Damnation en Deliverance, achter de productie. Zijn hand is duidelijk voelbaar in de geest van het album. De solo van 'Nephente' bijvoorbeeld, die doet denken aan de solo van Porcupine Tree’s 'Deadwing'. Drummer Martin Axerot schudt een groot aantal complexe drumritmes uit zijn mouw en is één van de smaakmakers, of misschien wel redders, van Heritage.

Ondanks de algemene leegte is Heritage rijk aan detail. Luister bijvoorbeeld naar het fluitje in 'Famine', waar de gitaarladders als vanouds beklommen worden. Deze dwarsfluit is door zijn subtiliteit een mooie toevoeging aan het nummer en de klassiekere progrock sfeer. De gelijkgetitelde introsong is geïnspireerd door jazzpianist Jan Johannsson. De verdere orgeltjes duiken als spoken overal in het album op. 'The Lines In My Hand' wordt ingeluid door een sterke basgroove en is één van de nummers die een hoger tempo aanhoudt. De stevigere momenten smaken al snel naar meer en verklappen waarom Opeth in eerste instantie groot is geworden: epische, uitgesponnen tracks.
Heritage lijkt op veel momenten net tekort te schieten, vooral voor Opeths fanschare. Door het gebrek aan uitspringers en de overvloed aan stiltes drukt het album zichzelf naar de achtergrond waardoor het lastig wordt je aandacht er het hele uur bij te houden. Er zijn dit keer ook geen death metal grunts om je wakker te schudden. Opeth laakt een duidelijke richting aan te geven met een wat onsamenhangend album als resultaat. Toch zijn er veel elementen die van Heritage een interessante plaat maken. De collage aan invloeden, de spanning tussen de instrumenten en de algemene sfeer zal zijn grip op veel luisteraars weten te vinden. Duidelijk is wel dat dit één van de platen van dit jaar is waar de meningen eindeloos verdeeld over zullen zijn.
Of Steven Wilson moet er nog overheen komen
Ik deelde na de eerste luisterbeurt de mening van de recensent. Maar mozes, wat groeit dit album! Het wordt na iedere luisterbeurt een beetje mooier en geeft keer op keer meer van zijn geheimen prijs.
Opeth is eindelijk een band die echt progressief durft te zijn door het roer stevig om te gooien en nieuwe richtingen durft te onderzoeken en niet nog vijf keer een soort gelijke plaat maakt. (Die overigens waarschijnlijk wel alle vijf gaaf zouden zijn geweest.) Ik ben onder de indruk.
Overigens is de solo van Deadwing ook van Akerfeldt afkomstig
Wilson + akerfeldt is inderdaad een pracht van een combi. Die samenzang van hun op Blackwaterpark is echt zoooooo fucking goed. Er zitten gewoon stukken tussen waar je heel goed moet luisteren wie welke stem is. Overigens is de samenwerking van Akerfeldt met OSI ook geweldig (nummer heet Stockholm).
Ze waren progressief maar dit is wel een achteruitgang, dit soort muziek klinkt zo oubollig.
----------------------------------------
En ik vind het ook zeker wel een super album.
Maar het is wel extreem wennen
Misschien. Ergens. Nooit
Vergelijkingen met het nieuwe solowerk van Wilson durf ik niet te maken. Dát vind ik een meesterwerk. Deze Opeth ook zeer onderhoudend. Ben blij dat ze van dat idiote gebrul af zijn en eens echt muziek zijn gaan maken. De enige andere Opeth-plaat die ik te pruimen vind is dan natuurlijk 'Damnation'.
Meer informatie op www.bazbo.net
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd op FOK.nl. Als je nog geen account hebt kun je gratis een FOK!account aanmaken