Concert: Lamb of God sfeerverslag
Gay?
Lamb of God staat in een uitverkochte
Melkweg, met drie bands in het voorprogramma. Job for a Cowboy,
August Burns Red e.a., zo adverteert de website van de concertzaal.
De 'en andere' blijkt Between the Buried and Me te zijn. Het publiek
kijkt het met gemengde gevoelens aan. De band kent vele
tempowisselingen en het hardere werk valt duidelijk meer in de smaak
dan de rustigere tussenstukken. Hoewel er voor bij het podium een
kliekje diehard fans staat wordt er achter in de zaal openlijk met
opgetrokken wenkbrauwen naar elkaar gekeken. 'Gay', luidt het oordeel
van een van de Lamb of God-fans, die applaudiseert door met zijn
rechterhand op zijn slappe linker pols te tikken. Toch zijn ze
technisch goed en is het zeker geen verkeerde opwarmer voor de rest
van de avond. Tenslotte moet er ook muziek klinken tijdens het
ophangen van je jas en het halen van de biertjes.
Come say hi!
August Burns Red is de opvolger en
blaast het kritische publiek zonder pardon de argumenten uit het
lijf. De zaal komt heerlijk op gang en de eerste mosh pits beginnen
serieus vorm te krijgen. Midden in de pit staat een gingerkid met
een vrij sterke gelijkenis met Ron uit de Harry Potter-serie. Wanneer
hij zich magisch op zijn rug tovert blijkt de klap alleen zodanig
hard te zijn dat wat medemoshers meteen ruimte om hem heen maken, hem
overeind helpen en naar een rustigere plek loodsen. Een vriend woelt hem door zijn haar en houdt vervolgens drie vingers op ter
controle van de basisfuncties van het metalbrein. Hoeveel vingers
bier zie je? Een andere vriend houdt behulpzaam ook nog eens twee
vingers omhoog. Gingerkid reageert niet echt en even later is hij
terug te vinden op de grond bij het glazenwandje naast de toiletten.
Bewegingsloos, behalve het twitchen van een vinger. Ziet er niet best
uit. August Burns Red speelt vol overtuiging de set af en vraagt
daarna of iedereen nog even hoi komt zeggen bij de Merchandise, waar
ze zelf de verkoop zullen doen na het optreden.
Download!
De derde en laatste act uit het voorprogramma is Job for a Cowboy. Zanger Jonny Davy ontpopt zich tot een echte kletskous en voert hele gesprekken met de mensen voor in het publiek. Wanneer er een (voor de rest) onverstaanbaar verzoek wordt
gedaan is zijn lachende antwoord “no I will not play that song,
fuck you”. Bij het scanderen van “Bier en tieten, lalalalalaaa”
staat hij het een tijdje aan te kijken om vervolgens toch maar eens
te vragen “what does that mean?”. Het niet geheel verbazende
antwoord van het publiek is luidkeels unaniem “BIER EN TIETEN!”.
Tussen het gezellige gebabbel door zet deze band ook nog eens een
dijk van een set neer, waar geen vinger in de steken valt. Het klinkt
hard, goed, lekker. In de mosh pit is blijkbaar iemand zijn schoen
kwijtgeraakt want iemand staat met een schoen in de lucht te
headbangen. De lieverd houdt het wel twee nummers lang vol, maar
blijkbaar vindt de eigenaar het wel best, zo op een sok en een
schoen. Je bent een diehard of je bent het niet, natuurlijk. Een
circlepit en meer gebeuk later is dan ook dit voorfeestje ten einde.
“Go buy our album or download it, whatever, I don't give a fuck!”,
is de boodschap vanaf het podium.
Voorpret en hoofdact
De lichten gaan weer aan het het podium
wordt klaargemaakt voor Lamb of God. Grote matten worden neergelegd
en het achter een scherm verstopte drumstel wordt gesoundchecked. Het
duurt een eeuwigheid dus het publiek probeert zichzelf te vermaken.
'Van voooor naar achter van links naar rechts' klinkt het ineens
terwijl een flinke massa links vooraan zich in de genoemde richtingen
beweegt. Hollandse gezelligheid kent geen grenzen. De zaal is
vanavond uitverkocht en lijkt voller dan bij het eveneens
uitverkochte Mastodon begin deze maand. “Lamb of God! Lamb of God!" en "Spelen! Spelen!”, klinkt het meerdere malen. Eindelijk betreden de
halfgoden dan het podium, terwijl de albumintro van het laatste album Wrath klinkt. Vooral bassist John Campbell blijft een
indrukwekkende verschijning met zijn grijze lange haar en volle
grijze baard.
Wanneer Randy Blythe Omerta inzet klinkt het vanuit het publiek als één stem:
is either a fool or a coward.
Whoever cannot take care of himself without that law is both.
For a wounded man shall say to his assailant,
"If I Live, I will kill you.
If I Die, You are forgiven."
Such is the Rule of Honor.
Kippenvel. Het zijn dit soort momenten dat te begrijpen is waarom velen religie nodig hebben voor het gevoel van verbroedering. Zoals meneer pastoor de lammeren Gods uit zijn gemeente ademloos kan krijgen met een goede preek, zo weten we weer dankzij Lamb of God dat muziek recht op de ziel inwerkt. Wanneer een band in een uitverkochte zaal staat en het publiek zo één weet te krijgen, dan is duidelijk dat verbroedering niets anders is dan een state of mind, een die niet voelbaarder wordt dan wanneer je samen met wildvreemden een passie deelt voor muziek. Daar zijn geen goden voor nodig.
Surfen en water
Met enige regelmaat begeven crowdsurfers zich boven de massa. De mannen van
de beveiliging houden het scherp in de gaten vanuit het gangetje voor
het podium. Wanneer een publieksurfer te dicht bij komt duwen ze met
alle macht de feestganger terug de zaal in. Het enthousiasme waarmee
ze dat doen doet vermoeden dat ze eigenlijk het liefst zelf er achter
aan zouden surfen. Deze uitstraling van de beveiliging is trouwens
zeer lovenswaardig. Hoewel de kaalhoofdige streng uitziende mannen
het 'gezag' vertegenwoordigen zijn ze bijna onderdeel van het feestje. Ze
helpen mensen die de hitte en drukte niet meer aankunnen de rij uit
en delen gratis flesjes water uit aan de doorzetters terwijl ze
gebaren 'delen!'. Prima personeel.
Meer muziek
Minpuntje aan de show zijn de stiltes tussendoor, waarbij de lichten uitgaan en de band van het podium verdwijnt. Het komt wat hakkelig en houterig over, vergeleken met bands die een meer doorlopend programma hebben. Dit kritiekpuntje ter zijde is het verder genieten. Opvallend is dat de muziek live harder en rauwer overkomt dan op de studio albums. De studio opnames zijn gelikter en de (gitaar)solo's komen daar meer naar voren, waardoor het wat melodischer overkomt. Live is het zonder twijfel gewoon snoeihard en daar zal je niemand over horen klagen. Vrijwel de hele setlist bevat nummers van het album Wrath, hun laatste meesterwerk. Daarnaast passeren van alle voorgaande albums één of meerdere tracks de revu. De keuze voor het nummer Black Label als afsluiter is apart, je zou verwachten dat ze afsluiten met bijvoorbeeld Walk with me in hell (die eerder op de avond overigens wel gespeeld werd) of een andere hitsingle. Toch is een beuknummer als dit ook een prima knaller op het eind.
Kneuterigheid
Mooi is ook de afloop van het concert. De band heeft afscheid genomen en was zichtbaar blij met het optreden. De lichten gaan aan en mensen schudden elkaar de hand of geven een knuffel. Het doet denken aan een succesvolle wedstrijd van Oranje. Iemand die het tafereel gadeslaat merkt lachend op "look, it's like we've just accomplished something". Bij de garderobe klinkt het ook hier en daar "tot de volgende maar weer!". Metalkneuterigheid ten top, heerlijk. Vier uur lang goede muziek, mosh pitss, circlepits, crowdsurfers en een wall of death, bier, mooie mannen en lekkere vrouwen. Gescheurde t-shirts, nieuwe merchandise, gezelligheid. En dat alles op een doordeweekse avond.