SCP: 'Eritreeërs hebben moeite met integreren'

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft onderzoek uitgevoerd naar de achtergronden en leefsituatie van de recent gearriveerde groep Eritreeërs. Er zijn diepte-interviews gehouden met 26 Eritrese statushouders en 22 experts, die beroepsmatig of door hun betrokkenheid zicht hebben op de Eritrese groep.

Vlucht 
Voordat Eritreeërs in Nederland aankomen hebben de meesten een barre tocht achter de rug. De vlucht gaat meestal via Ethiopië en Soedan, door de Sahara naar Libië om vervolgens daar de Middellandse zee over te steken naar Italië om daarna in Nederland aan te komen. Zij hebben vaak honger en dorst geleden, medevluchters zien overlijden en vrouwen hebben vaak te maken gehad met seksueel geweld.

Opvang
In afwachting van de beslissing over het asielverzoek verblijven de Eritreeërs in opvanglocaties. Velen van hen arriveerden tijdens de piek van de asielinstroom in Nederland in 2015. In die periode waren in sommige locaties de mogelijkheden voor bijvoorbeeld het leren van de Nederlandse taal afwezig. Veel Eritreeërs in dit onderzoek herinneren hun verblijf als een periode van verveling. Ook wordt er massaal geklaagd over het eten. Met name vrouwen voelden zich in en om het AZC soms onveilig.

Inburgering
Om zich voor te bereiden op het inburgeringsexamen maken nieuwkomers gebruik van particuliere taalscholen. Eritrese statushouders vinden het moeilijk om een goede taalschool te kiezen, ze hebben behoefte aan betere ondersteuning. De informatie is onduidelijk waardoor ze niet goed kunnen bepalen welke taalschool voor hen het meest geschikt is. Ook is men doorgaans niet op de hoogte over bijvoorbeeld het recht om tussentijds van taalschool te wisselen. Taalscholen profiteren daarvan en laten statushouders contracten tekenen die hen voor langere tijd aan de school binden.

Veel van de Eritrese gesprekspartners maken zich zorgen of ze op tijd voldoen aan hun inburgeringsplicht. Volgens de huidige inburgeringswet moeten statushouders binnen drie jaar hun inburgeringsexamens hebben behaald, anders kunnen ze een boete krijgen en moeten ze hun lening terugbetalen.

Gezinshereniging
Eritreeërs zijn vaak zonder partner en kinderen naar Nederland gekomen. De eerste jaren in Nederland staan bij veel Eritreeërs in het teken van activiteiten om hun gezinsleden over te laten komen. Bij de keuze om naar Nederland te komen is een van de overwegingen dat in Nederland sprake zou zijn van een soepele procedure voor gezinshereniging. In de praktijk valt dit vaak tegen. In de achterliggende jaren werden gezinsherenigingsaanvragen vaak afgewezen. Het ontbreken van de gewenste officiële documenten die de gezinsband en identiteit aantonen is meestal de oorzaak. De onzekerheid over de vraag of men partner en kinderen zal weerzien legt een grote druk op de statushouders en staat andere activiteiten, zoals het leren van de Nederlandse taal en de inburgering, in de weg.

Wanneer de gezinshereniging achter de rug is, zijn de problemen daarom niet meteen van de baan. De lange periode van scheiding en ervaringen onderweg kunnen een zware wissel trekken op de relatie tussen partners of tussen ouders en kinderen. Er zijn signalen van spanningen, echtscheidingen en huiselijk geweld.

Kloof
Eritrese statushouders vinden het moeilijk om aansluiting te vinden bij de Nederlandse samenleving. Nederland is een bureaucratisch land met veel regels die bovendien in het Nederlands en digitaal worden gecommuniceerd. Door hun onbekendheid met vrijwel alle aspecten van een moderne samenleving als de Nederlandse en door de taalbarrière hebben ze weinig succes met de Nederlandse instanties.

Hierdoor bestaat er een kloof tussen wat statushouders verwachten van instanties en vrijwilligers en hoe instanties en vrijwilligers oordelen over de kenmerken en het gedrag van de Eritrese statushouders. Eritreeërs zien hun behoefte aan ondersteuning niet beantwoord, onder instanties ontstaat het beeld van een passieve, weerbarstige en moeilijk te activeren groep. Hierdoor bestaat het risico dat Eritreeërs onvoldoende worden bereikt door beleid en daar steeds minder vertrouwen in stellen.

Ook de communicatie tussen Eritreeërs en hulpverleners, bijvoorbeeld gezondheidsprofessionals, verloopt vaak moeizaam. De taalbarrière en culturele verschillen vormen grote obstakels. Het risico bestaat dat hun hulpvraag niet (tijdig) wordt onderkend. Verschillende statushouders in het onderzoek zeggen hun gezondheidsklachten niet goed voor het voetlicht te kunnen brengen bij huisarts of specialist.

Beperkte contacten
De sociale contacten van de Eritrese statushouders bestaan hoofdzakelijk uit leden van de herkomstgroep. Het is niet zo dat ze geen contact met anderen zouden willen, maar door de taalbarrière en de ervaren afstandelijke houding van Nederlanders blijven contacten beperkt. De vertrouwde groep is een bron voor emotionele steun en beschermt tegen sociaal isolement en eenzaamheid, maar als het gaat om integratie in Nederland vorm te geven, heeft de groep niet zoveel te bieden.

Hechte en gesloten netwerken hebben bovendien vaak als nadeel dat ze neigen naar conservatisme: er is veel sociale controle en het gevaar bestaat dat ze mensen gevangen houden in hun eigen cultuur met eigen normen, waarden en wereldbeeld. Dit geldt ook voor de kerk. Veel Eritreeërs zijn gelovig en bezoeken vaak de kerk, die fungeert als basis voor sociale contacten en steun, maar ook een tamelijk traditionele boodschap uitzendt en een geringe rol lijkt te hebben in de praktische ondersteuning van de integratie in Nederland.

Werk
De Eritrese statushouders in dit onderzoek zijn tussen 2014 en 2017 in Nederland komen wonen. Op een enkeling na hebben ze nog geen betaald werk. Men is bezig met het leren van Nederlands en de inburgering, met gezinshereniging en zich aan het oriënteren op een opleiding en werk. Ze geven aan dat ze in Eritrea gewend waren om hard te werken. Dat willen ze ook in Nederland.

Het feit dat voor de beroepen waarmee ze van huis uit wel vertrouwd zijn of ook werkervaring in hebben (bv. bakker, meubelmaker, lasser) in Nederland diploma’s worden gevraagd, of voor de hoger opgeleiden: dat hun diploma’s niet op hetzelfde niveau worden gewaardeerd, vormt een hoge drempel. Dit belemmert hun perspectief op een vlotte instroom op de arbeidsmarkt.