'Politie blunderde bij schilderijenroof Kunsthal'

De politie en de beveiliging van de Kunsthal hebben vorig jaar bij de grote schilderijenroof uit het Rotterdamse museum flink geblunderd. Dat schrijft het AD donderdag op basis van justitiële documenten. Agenten en beveiligers kregen pas na vijf kwartier door dat er überhaupt een roof had plaatsgevonden. De daders konden daardoor makkelijk ontsnappen.

Volgens de krant waren de politie en beveiligers snel ter plaatse nadat het alarm was afgegaan maar merkten ze niets bijzonders bij een inspectierondje. De dieven hadden de deur weer dichtgedaan en er waren niet direct sporen van inbraak te zien. Ze zagen over het hoofd dat er zeven kunstwerken verdwenen waren. Na overleg met de beveiliging vertrok de politie daarom weer.

De advocaat van de verdachten zegt dat agenten de daders zelf nog hebben gezien. "Een agent zwaaide nog geruststellend, zo van: niets aan de hand, jongens", aldus de advocaat in de krant. De schilderijen lagen daarna nog urenlang onbeheerd in een geparkeerde auto vlakbij de Kunsthal.

De zeven doeken van kunstenaars als Pablo Picasso, Henri Matisse en Claude Monet hebben een verzekerde waarde van achttien miljoen euro. Ten minste drie werken lijken te zijn verbrand in een kachel. Zes verdachten zijn officieel aangeklaagd door het Roemeense openbaar ministerie.