Interreligieus geweld Birma gaat door
Honderden woedende scheeuwende jonge boeddhisten op motoren hebben woensdagmiddag angst gezaaid in het centrum van de Birmese stad Lashio. Ze zwaaiden met ijzeren staven en bamboestokken en gooiden stenen naar gebouwen. Inwoners van de stad bleven binnen, winkels werden gesloten. Volgens de staatstelevisie viel er bij het geweld een dode. Vier mensen raakten gewond.
De jongeren reageerden op het bericht dat een Indiase moslim (48) dinsdag een 24-jarige boeddhiste met benzine had overgoten en in brand gestoken. De man is opgepakt. Hij had ook drugs bij zich. De vrouw ligt met brandwonden op haar bovenlichaam en handen in het ziekenhuis.
Dinsdagnacht staken zo'n 150 woedende boeddhisten al een moskee, een islamitisch weeshuis en enkele winkels van moslims in brand. Het geweld stopte toen de politie in groten getale de straat op kwam en het gemeentebestuur verzamelingen van meer dan vijf mensen verbood.
Lashio ligt bij de grens met China. Birma kent al meer dan een jaar etnisch geweld. Dat begon in de westelijke provincie Rakhine en verspreidt zich steeds verder door het land. Er zijn al honderden doden gevallen. Meer dan honderdduizend moslims zijn uit hun woongebieden verdreven.
In Birma wonen zestig miljoen mensen. Vier procent van hen is moslim. De regering van premier Thein Sein heeft al vaak laten weten het geweld te zullen aanpakken. Tot nu toe zijn echter alleen moslims opgepakt en veroordeeld.