Banenverlies bij protestantse kerken

Bij de protestantse kerk in Nederland verdwijnt de komende vier jaar tien procent van de werkgelegenheid. Dat blijkt uit vrijdag gepubliceerd onderzoek van CNV Kerk en de Protestantse Kerk Nederland (PKN) onder vijfhonderd kerkgemeenten.

Als gevolg van onder meer de vergrijzing vertrekt tot een kwart van het personeel tot en met 2017. Bijna dertig procent van het personeelsbestand is 60 jaar of ouder. Zeventig procent is ouder dan 50 jaar.

Veertig procent van het vertrekkende personeel wordt niet vervangen. De kerken besluiten daartoe door de dalende ledenaantallen. Het aantal leden van de PKN neemt jaarlijks met ongeveer tweeënhalf procent af. Hierdoor dalen ook de inkomsten van de kerken.

PKN bestaat in totaal uit 1650 kerkgemeenten, waar ongeveer vierhonderd pastoraal werkers en ongeveer 4400 overige medewerkers, onder wie kosters, administratief personeel en musici, actief zijn. Veel van de werkzaamheden die niet meer worden ingevuld door betaalde krachten worden voortaan door vrijwilligers gedaan.

De bijna negentienhonderd predikanten zijn uit het onderzoek gehouden. Uit eerder onderzoek was al gebleken dat het predikantenbestand tussen 2005 en 2010 met tien procent is gedaald.

De katholieke kerk kampt met dezelfde ontwikkelingen en schrapt ook banen, zo werd eerder al duidelijk.