Turkije past terreurwetgeving aan
Het Turkse parlement heeft donderdag ingestemd met wijzigingen in de antiterreurwetgeving van het land. Het is een poging om het aantal vervolgingen voor niet-gewelddadige vormen van meningsuiting te verminderen, maar volgens critici gaan de aanpassingen niet ver genoeg.
Turkije heeft onder de ruim geformuleerde antiterreurwetgeving honderden politici, activisten en journalisten vervolgd, sommigen alleen voor het uiten van hun mening of voor het deelnemen aan demonstraties. Verslaggevers Zonder Grenzen noemde Turkije eerder ''s werelds grootste gevangenis voor journalisten'. Lange periodes van voorlopige hechtenis en de vaak langzame gang van zaken bij processen hebben de zorgen over de mensenrechtensituatie in het land doen toenemen.
Het parlement stemde donderdag in met een reeks door de regering voorgestelde amendementen die de definitie van wat terroristische propaganda is inperkt. Andere beperkingen op de vrijheid van meningsuiting blijven echter gelden en volgens critici kunnen het openbaar ministerie en rechters zich nog altijd beroepen op een bepaling over de bedreiging voor de 'openbare orde' om activisten aan te pakken.
"Dit pakket lost geen van onze problemen op", zei oppositielid Bulent Tezcan. "We hebben te maken met een regering die iedereen die zijn mening wil uiten als een terrorist behandelt."
Volgens de regering zullen de aanpassingen het aantal zaken dat bij het Europese Hof voor de Mensenrechten in Straatsburg tegen Turkije aanhangig is gemaakt voor mensenrechtenschendingen verminderen.
In Turkije zitten tientallen journalisten vast. Meestal gaat het om verslaggevers die voor pro-Koerdische media werken en die worden beschuldigd van lidmaatschap van de Koerdische afscheidingsbeweging PKK. Anderen zitten vast omdat ze betrokken zouden zijn bij een complot om de islamitische regering van premier Recep Tayyip Erdogan ten val te brengen.