Netanyahu in nieuwe coalitie onder spanning

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu treedt maandag aan aan het hoofd van een nieuwe regering. Door de uitslag van de verkiezingen in januari moet hij steunen op twee rivalen die op zijn post azen en hem dwingen tot een cultuurslag met de ultraorthodoxe minderheid en tot het zoeken van toenadering tot de Palestijnen.

Na weken van moeizame onderhandelingen heeft Netanyahu aanzienlijke macht moeten afstaan aan zijn nieuwe partners, de centrumlinkse voormalige televisiepersoonlijkheid Yair Lapid en de rechtse kolonistenleider Naftali Bennett. Beide mannen steken niet onder stoelen of banken dat zij het premierschap ambiëren en zij zijn allebei in staat de regering de nek om te draaien als hun dat zo uitkomt. De nieuwe constellatie legt druk op de voorzichtige Netanyahu, die de afgelopen vier jaar kon bogen op een brede en stabiele coalitie, om enkele van de meest omstreden kwesties in het land aan te pakken.

Zowel Lapid als Bennett wil dat er een einde komt aan de voorkeursbehandeling van de kleine, maar politiek zeer invloedrijke ultraorthodoxe minderheid. Lapid en de minderheidspartner in de coalitie, oud-minister van buitenlandse zaken Tzipi Livni, zullen ook druk uitoefenen op Netanyahu om toeschietelijker te worden naar de Palestijnen. Met het bezoek van de Amerikaanse president Barack Obama komende week kan Netanyahu eerder vroeg dan laat gedwongen worden tot lastige besluiten.

"De volgende termijn wordt een van de uitdagendste in de geschiedenis van de staat", zei Netanyahu donderdag. "Wij staan voor grote uitdagingen op het gebied van veiligheid en diplomatie."

De ultraorthodoxe gemeenschap maakt ongeveer acht procent uit van de Israëlische bevolking van acht miljoen. Door het coalitiesysteem in Israël hebben haar politieke partijen altijd onevenredig grote invloed gehad, omdat zij met een relatief gering aantal zetels opeenvolgende regeringen konden maken of breken. Vanuit deze positie hebben zij altijd grote bedragen voor hun religieuze scholen en instituten weten veilig te stellen, en vrijstelling van militaire dienst voor de tienduizenden jonge mannen die religieuze studies volgen. Oudere mannen kunnen met een toelage fulltime studeren. Veel ultraorthodoxen werken niet en dit zet scheve ogen bij de rest van de bevolking. Ook pogingen van ultraorthodoxe activisten om hun gebruiken aan de rest van de samenleving op te leggen, zoals bussen waarin mannen en vrouwen apart zitten, hebben kwaad bloed gezet.

Zowel Lapid als Bennett heeft met succes op deze gevoelens ingespeeld. Zij behaalden in de verkiezingen van 22 januari winst met de belofte om bij militaire dienst en de belastingen 'de lasten te verdelen'. Samen kregen ze gedaan dat voor het eerst sinds 35 jaar geen ultraorthodoxe partijen meer in de regering zitten.

De partij van Lapid, Yesh Atid (Er is een toekomst), werd bij de eerste deelname aan de verkiezingen meteen de een na grootste partij, met negentien van de 120 zetels in de Knesset. De partij van Bennett, Habayit Hayehudi (Joods Huis), veroverde twaalf zetels. Het blok van Netanyahu, Likud-Yisrael Beitenu, verloor elf zetels, maar bleef met 31 zetels nog wel de grootste. Met de zes zetels van de Hatnua (Beweging) van Livni komt de coalitie op 68 zetels. De onderhandelingen sleepten zich bijna zes weken voort, voordat ze vrijdag op het laatste nippertje werden afgerond. Als het een dag langer had geduurd, hadden er nieuwe verkiezingen moeten worden uitgeschreven. De gesprekken waren zo gespannen, dat de onderhandelingsteams van de coalitiepartijen besloten het regeerakkoord niet met een plechtigheid te ondertekenen, maar dit per fax af te doen, schreef Yuval Karni in de Yediot Ahronot.

"Inderdaad, de nieuwe regering is niet waar haar leider op had gehoopt. Hij heeft alles gedaan wat hij kon om eraan te ontkomen, alsof de plek vergeven was van steenpuisten, sprinkhanen, luizen en de pest. Deze waren niet de partners waar hij op gehoopt: hij heeft zijn uiterste best gedaan om hen buiten de coalitie te houden en zij hebben hem een of twee dingen geleerd", schreef commentator Yossi Verter in de krant Haaretz: "Hij is de oude garde, zij zijn de nieuwe. Hij, arme kerel, zal spoedig tot de geschiedenis behoren."