OM formuleert eisen in liquidatieproces Passage

Het Openbaar Ministerie formuleert vrijdag zijn strafeisen in het langlopende Amsterdamse liquidatieproces Passage, dat al ruim drie jaar duurt. Elf verdachten in het monsterproces staan in de zwaar beveiligde rechtbank in Osdorp terecht voor zeven liquidaties en een aantal moordvoorbereidingen.

De voortgang van het proces, dat op 9 februari 2009 van start ging, liep onder meer vertraging op vanwege kroongetuige Peter La S., zelf een van de verdachten. Zijn geloofwaardigheid werd regelmatig in twijfel getrokken, reden voor het Openbaar Ministerie om zijn verklaringen grondig te checken.

Ook lag hij regelmatig overhoop met justitie over zijn veiligheid. La S. krijgt in ruil voor zijn getuigenis strafvermindering en een getuigenbeschermingsprogramma. In plaats van zestien jaar krijgt hij naar verwachting acht jaar celstraf.

La S. heeft toegegeven de moord op Kees Houtman te hebben gepleegd. Drugshandelaar Houtman werd in 2005 doodgeschoten voor zijn villa in Osdorp. Medeverdachten in deze zaak zijn Ali A., Sjaak B. en Jesse R. Laatstgenoemde was bevriend met kroongetuige La S. en staat centraal in het liquidatieproces. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij alle moorden en krijgt naar verwachting de hoogste strafeis voor zijn kiezen.

Zo zou Jesse R. medeverantwoordelijk zijn voor de moord op Houtman en ook opdracht hebben gegeven voor de moord op kroegbaas Thomas van der Bijl, die in 2005 werd doodgeschoten. Ook wordt Jesse R. in verband gebracht met de moord op de twee Joegoslaven Djordje Ilic en Salim Hadziselimovic in 1993. Deze moord zou hij samen met Raymond V. en Mohammed 'Moppie' R. hebben uitgevoerd. V. wordt vanwege zijn gezondheidstoestand echter niet meer vervolgd.

Het tweetal Jesse R. en Mohammed 'Moppie' R. zou ook verantwoordelijk zijn voor de moord op sportschoolhouder Tonny van Maurik, die in 1993 werd geliquideerd. Medeverdachten in deze zaak zijn Nan Paul de B., Chay Pin S. en Freek S. In 1993 werden ook Hennie Shamel en Anne de Witte vermoord. Hiervoor staan Jesse R. en Siegfried S. terecht.

Grote ontbrekende in het proces is Willem Holleeder. Holleeder werd meerdere malen als verdachte in het liquidatieproces genoemd, maar werd hier uiteindelijk niet in meegenomen. Als reden daarvoor werd genoemd dat het proces dan nog meer vertraging op zou lopen.

Een andere grote bekende uit de Amsterdamse onderwereld, Dino S., wordt genoemd als opdrachtgever van enkele liquidaties. Zijn voorarrest in dit proces werd medio april opgeheven omdat het bewijs volgens de rechtbank niet sterk genoeg is. S. heeft voor deze verdenkingen tweeënhalf jaar in voorarrest gezeten, maar zit nog in de cel voor een eerdere drugszaak. Ook tegen hem wordt een strafeis geformuleerd.

De advocaten van de verdachten reageren in juni en juli in hun pleidooi op de eisen en de bewijsvoering in het requisitoir. Vanaf september staat het repliek van het OM gepland met een mogelijkheid tot reactie voor de verdediging. De datum van de uitspraak is nog onbekend. Verwacht wordt dat deze eind dit jaar of uiterlijk begin volgend jaar plaatsvindt.