Russische oppositieactivist in elkaar geslagen

Een Russische oppositieactivist is zondag opgepakt en in elkaar geslagen nadat hij geprobeerd had de kathedraal van Christus Verlosser in Moskou binnen te gaan. Hij wilde daar bidden dat Rusland van Vladimir Poetin wordt verlost.

Agenten van de oproerpolitie duwden activist Roman Dobrochotov in een politiewagen voordat hij de grootste kerk van Rusland binnen kon gaan. Dobrochotov, die een kleine jongerenbeweging aanvoert, kwam in 2008 in het nieuws toen hij een redevoering van president Dmitri Medvedev in het Kremlin verstoorde.

Een andere activist, Mariya Baronova, wist de kathedraal wel binnen te komen, maar werd door een groep orthodoxe priesters en mannen omsingeld en naar buiten geleid.

Voor de kerk stond een rijtje activisten van de militante Bond van Orthodoxe Vaandeldragers, die Dobrochotov en Baronova uitscholden. De groep is ook bekend van het verstoren van demonstraties voor homorechten, protesten tegen popconcerten van Madonna en het verbranden van Harry Potter-boeken.

Dobrochotov zei dat hij uren later bij het verlaten van het politiebureau werd opgewacht door zeven mannen, die hem in elkaar sloegen. "Ze leken wel hooligans", zei hij. "Gelukkig greep de politie in en pakte zij een van hen op."

Oppositieleiders zeggen al langer dat Kremlin-gezinde jongerenbewegingen voetbalhooligans inhuren om anti-Kremlinbetogingen te verstoren en critici van de regering in elkaar te slaan.

De Russisch-orthodoxe kerk beleeft na zeventig jaar communistisch atheïsme een renaissance, maar er is groeiende kritiek op de nauwe banden van de kerk met het Kremlin. In februari belandde de vrouwenpunkband Pussy Riot in de cel na een ander 'gebed tegen Poetin' bij de kathedraal. Drie leden van de band riskeren zelfs zeven jaar gevangenisstraf.

Patriarch Kirill heeft het optreden van de band als godslasterlijk bestempeld en onderdeel van een bredere aanval op de kerk. In navolging van het Kremlin doet de patriarch de recente reeks protesten tegen Poetin, die op 7 mei na een onderbreking van vier jaar weer president wordt, af als een bedreiging van de Russische staat.