'Doorbraak' dubbele moordzaak blijkt onvoldoende

Een 'doorbraak' van misdaadverslaggever Peter R. de Vries in een dubbele moordzaak heeft niet geleid tot een bewijsbare zaak. Dat meldt het Openbaar Ministerie in Breda donderdagavond. Het OM reageert hiermee op de bewering van De Vries dat justitie in Breda anderhalf jaar lang willens en wetens de doorbraak links heeft laten liggen.

De zaak draait om de moord op een man en een vrouw in 2003 in hun woning in Kaatsheuvel. De twee werden doodgeschoten, terwijl boven twee kinderen in bed lagen te slapen.

In 2010 zou zich een man hebben gemeld bij De Vries, die vertelde dat een kennis van hem bij de moorden betrokken was. In de zomer en het najaar van 2010 zette de misdaadverslaggever daarop twee keer een actie met een verborgen camera op. Hierbij zou de betrokkene tot in detail zijn aandeel in de zaak hebben bekend. De kennis zou ook de rol van de mededaders uitvoerig hebben besproken.

De Vries stapte met deze informatie naar het OM, die er volgens de misdaadverslaggever vervolgens niets mee deed. De Vries en zijn medewerkers hebben naar eigen zeggen dikwijls geïnformeerd naar de voortgang van het onderzoek. "Maar iedere keer werd gezegd dat men er door capaciteitsgebrek nog niet aan toe was gekomen. Het uitstel heeft uiteindelijk geduurd tot op de dag van vandaag", zo staat op de website van het televisieprogramma van De Vries.

Het OM stelt in de reactie dat de door De Vries aangeleverde informatie inderdaad belangwekkend was en heeft geleid tot heropening van het strafrechtelijk onderzoek. "Dit onderzoek heeft vervolgens helaas niet geleid tot een bewijsbare zaak", aldus het OM. De broer van het mannelijke slachtoffer is volgens het OM op de hoogte gebracht.

De beelden komen zondag aan bod in de uitzending van het programma van de misdaadverslaggever.