China: meer toezicht wapenhandel

China gaat de controle op de export van wapens verscherpen. Dat heeft een woordvoerster van het Chinese ministerie van buitenlandse zaken dinsdag gezegd. De stap volgt op berichten over een bijeenkomst tussen Chinese wapenproducenten en gezanten van de Libische kolonel Moammar Gadhafi.

De Chinese regering houdt vol dat er geen contracten zijn getekend en geen wapens zijn geleverd aan de aanhangers van Gadhafi, zei woordvoerster Jiang Yu. Er zijn evenwel facturen aan het licht gekomen met daarop prijzen voor allerlei wapens, van pistolen tot raketwerpers. Tegen Libië geldt een internationaal wapenembargo.

"China zal doorgaan met de strikte implementatie van de resolutie van de Verenigde Naties en zal het toezicht op militaire exportproducten verder aanscherpen", zei Jiang. Volgens Jiang was het contact met de gezanten van Gadhafi een initiatief van de betrokken Chinese bedrijven en was de regering niet op de hoogte van de bijeenkomst.

Er volgt wellicht nog een onderzoek, aldus Jiang. "De bevoegde autoriteiten voor militaire handel zullen deze zaak op serieuze wijze in behandeling nemen."

Volgens de Libische oppositie, die Gadhafi heeft verdreven, is er bewijs dat Chinese bedrijven via Algerije wapens aan Gadhafi's troepen hebben geleverd, hetgeen in strijd is met het wapenembargo van de VN. Er zijn geen aanwijzingen dat de Chinese regering betrokken was bij de leveranties.

De Libische opstandelingen hebben gezegd dat de wapenkwestie en het relatieve gebrek aan Chinese steun voor de rebellen obstakels kunnen zijn voor de toekomstige betrekkingen tussen de twee landen. Chinese bedrijven hebben fors geïnvesteerd in de Libische infrastructuur voordat de opstand uitbrak. Daarnaast heeft Beijing met zijn vetorecht in de VN-Veiligheidsraad invloed over de ontwikkeling van de situatie in Libië.

Hoewel China inmiddels wel contacten onderhoudt met de Libische oppositie erkent het de Nationale Overgangsraad nog steeds niet als de legitieme machthebber in Libië. Op de vraag wanneer China tot erkenning over zal gaan zei Jiang alleen 'als de tijd rijp is'.