Rapport: minder doden door landmijnen
Vorig jaar kwamen zeker 3956 mensen om het leven, omdat zij op een landmijn of een ander vergeten explosief stapten. Dat is het laagste dodental sinds in 1998 begonnen werd met het bijhouden van het aantal slachtoffers van landmijnen. Dat heeft mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch woensdag gezegd.
De resultaten staan vermeld in een rapport dat door HRW en andere organisaties is opgesteld en overhandigd aan de Verenigde Naties. Het relatief lage aantal slachtoffers en de grote hoeveelheid land die van landmijnen is ontdaan, worden genoemd als grootste prestaties.
In totaal is in 2009 198 vierkante kilometer land ontdaan van landmijnen. Nog eens 359 vierkante kilometer voormalig oorlogsgebied is daarnaast ontdaan van andere achtergebleven explosieven. 80 procent van dit grondgebied ligt in Afghanistan, Cambodja, Irak en Sri Lanka.
Volgens het rapport zijn Pakistan, India en Birma nog de enige landen waar landmijnen worden vervaardigd en is de junta in Birma de enige regering die de mijnen ook gebruikt. Daarnaast gebruiken ook groeperingen in Afghanistan, Colombia, India, Birma, Pakistan en Jemen landmijnen. Het is voor het eerst dat Rusland niet wordt genoemd als gebruiker van de explosieven.
Volgende week wordt het Verdrag voor een Verbod op Mijnen uit 1997 besproken. Dit verdrag is inmiddels door 80 procent van de landen ondertekend. Landen als China, India, Pakistan, Rusland en de Verenigde Staten hebben niet getekend, hoewel de regering van president Barack Obama het Amerikaanse standpunt heroverweegt.