VN mogelijk toch oorzaak cholera-uitbraak in Haïti

Het begon met geruchten over een boer die zag hoe vanuit een basis van de VN-vredesmacht afval een rivier in stroomde. Enkele dagen later waren stroomafwaarts al enkele honderden mensen aan cholera overleden.

Indirecte bewijzen dat VN-vredesmilitairen uit Nepal verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van cholera in Haïti werden door de Verenigde Naties verworpen. Haïtianen die vragen stelden werden politiek of paranoïde genoemd. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie hadden de vragen simpelweg 'geen prioriteit'.

Maar deze week, na diverse rellen gericht tegen de VN en onderzoek door gezondheidsdeskundigen, zegt de hoogste VN-vertegenwoordiger in het land, Edmond Mulet, de kwestie uiterst serieus te nemen. "Het is erg belangrijk te achterhalen of het van (de Nepalese basis, red.) kwam of niet, en ik hoop dat we er op een gegeven moment achter komen."

Het antwoord op de vraag kan de betrekkingen tussen de VN en Haïti ernstig schaden: als de vredestroepen de Haïtianen misleidden, wordt de geloofwaardigheid van de VN aangetast en dat brengt problemen met zich mee wanneer VN-militairen volgende week toezicht houden bij de verkiezingen in het land. Daarnaast wordt ook de geloofwaardigheid aangetast van humanitaire medewerkers van de VN, die hun taken los van de vredesmissie uitvoeren.

Toen deze week in heel Haïti rellen uitbraken, legde de VN de verantwoordelijkheid hiervoor bij politici, die de verkiezingen zouden willen ontregelen. Maar deze opstelling heeft mogelijk meer kwaad dan goed gedaan. "Als de VN vanaf het begin had gezegd, 'We gaan dit onderzoeken' (...) denk ik dat dat in feite de beste manier was geweest om een groot deel van de woede te voorkomen", aldus Brian Concannon, directeur van het Instituut voor Gerechtigheid en Democratie in Haïti. "De manier om bij te dragen aan publieke woede is door te liegen."

Tot vorige maand kwam cholera niet voor in Haïti, stelt het Amerikaanse Centrum voor Ziektebestrijding (CDC). Er waren geen cholerabacteriën. De meeste buitenlanders waren hulpverleners met goede sanitaire voorzieningen, afkomstig uit landen waar cholera geen rol van betekenis meer speelt.

Maar nu zijn er al meer dan elfhonderd doden. Volgens deskundigen kunnen honderdduizenden Haïtianen ziek worden als de cholera nog jaren in Haïti rondwaart.

Opmerkelijk aan de uitbraak is dat deze niet begon in een grote haven, in een tentenkamp of in een gebied waar veel buitenlanders samenkomen, maar in de landelijke omgeving van de rivier de Artibonite. Hier bevindt zich een VN-basis met 454 Nepalese vredesmilitairen.

Mensen die nabij de basis wonen, klaagden al langer over de stank aan de achterkant van de basis en rioolvuil in de rivier. Nog voor de uitbraak van de cholera dronken zij al niet meer uit dit deel van de rivier, maar haalden hun drinkwater uit een hogergelegen bron in de bergen.

De laatste Nepalese vredestroepen arriveerden in oktober, na een zomer van cholera-uitbraken in Nepal. De VN zei dat geen van de militairen symptomen van de ziekte vertoonde, maar driekwart van de mensen die met cholera besmet raken vertonen geen symptomen, hoewel zij de ziekte over een periode van twee weken nog wel kunnen overdragen, zeker in landen als Nepal waar mensen een zekere mate van immuniteit hebben ontwikkeld.

Volgens het CDC komt de cholera in Haïti overeen met een vorm van cholera die veelal in Zuid-Azië wordt aangetroffen. "Zeer waarschijnlijk kwam (de ziekte, red.) met vredestroepen of ander hulpverlenend personeel", zegt John Mekalanos, hoogleraar microbiologie van de Universiteit Harvard.

Op 20 oktober verschenen de eerste radioberichten dat in een ziekenhuis nabij de Artibonite negentien mensen waren overleden aan koorts, braken en hevige diarree. De meesten van hen waren kinderen. Een dag later werd bevestigd dat het om cholera ging.

Op 26 oktober legde de VN een korte verklaring af, waarin werd gezegd dat septische putten op bases altijd volgens de regels worden aangelegd, dat afval op 250 meter van de rivier wordt gedumpt en dat geregeld controles worden uitgevoerd.

Toen journalisten van Associated Press een dag later een bezoek brachten aan de basis stroomde de septische put duidelijk over. Bij de achterkant van de basis rook het alsof er een toilet was ontploft. Sterk stinkende, donkere vloeistof stroomde uit een gebroken pijp naast de latrines richting de rivier.

Aan de andere kant van de straat waren met de hand kuilen gegraven waarin geel-bruine poelen uitwerpselen lagen. In de smurrie zwommen eenden en varkens. Het pad naar de rivier ging recht heuvelafwaarts.

De VN erkende dat de zwarte smurrie wegstroomde van de basis, maar zei dat het om afvalwater uit keuken en douches ging, niet om uitwerpselen.

De septische putten bleken sinds 11 oktober niet meer te zijn geleegd. Dat gebeurde pas weer na de cholera-uitbraak.

Hoewel de Nepalese militairen geen symptomen van cholera vertoonden, moest de VN erkennen dat de troepen niet op de ziekte waren getest. Wel werden monsters getest die op de basis genomen waren. Een laboratorium in Santo Domingo concludeerde dat deze ook geen cholera bevatten. Later bleek dit laboratorium onder contract te staan bij MINUSTAH, de Franse naam van de VN-missie, en ingesteld te zijn op de behandeling van patiënten en niet op het doen van choleratesten, waarvoor extra expertise vereist is.

"Een positieve test is informatief, een negatieve test bewijst eigenlijk niets", aldus Arthur Reingold, van de school voor volksgezondheid van de Universiteit van Berkeley.

Eerder deze maand riep Paul Farmer, de oprichter van de medische hulporganisatie Partners in Health en de plaatsvervangende speciale gezant van de VN in Haïti, op tot een diepgravend onderzoek naar de oorzaak van de cholera-uitbraak. De weigering om dieper op de zaak in te gaan is 'politiek' gemotiveerd, zei hij.

VN-gezant Edmond Mulet zegt nu met Farmer in te stemmen. Op 10 november zei hij nog tegen Haïtiaanse journalisten dat er geen verder onderzoek werd verricht, omdat de zorgen onvoldoende 'gefundeerd' waren, maar dat is nu niet meer het geval.

"Eén ding kan ik beloven: er is geen doofpot -er is van onze kant nooit een doofpot geweest- en we hebben alles gedaan om de zaak te onderzoeken", zei hij. "Uiteindelijk zullen we achterhalen wat er is gebeurd en hoe het is gebeurd."


(Foto: Novum)