[Giro] Locomotief van Vittorio dendert naar winst

Marzio Bruseghin heeft verrassend de klimtijdrit in de Giro gewonnen. De locomotief van Vittorio bleef in Oropa Leonardo Piepoli en Danilo Di Luca voor. De killer uit Spoltore blijft wel ruim leider.

Vandaag stond de eerste individuele chrono van deze Giro op het program: een 12,6 lange klimtijdrit van Biella naar het Santuario d'Oropa (1135 meter). De Oropa, de Montagna Pantani van deze editie, is - zoals de naam al doet vermoeden - vooral bekend dankzij Il Pirato. Het olifantje mocht in 1999 namelijk het zegegebaar maken op de top van de puist, nadat hij een allesverslindende inhaalrace na een lekke band succesvol afronde.

Voor de klimgeiten van nu dé kans om in de voetsporen van de Italiaanse 'wielergod' te treden. Al waren de specialisten tegen het uurwerk ook niet geheel kansloos, de Oropa kent immers een gemiddeld stijgingspercentage van 5,5 procent. Een clash tussen de (pocket)klimmers en tijdritspecialisten viel dan ook te verwachten.Yaroslav Popovych, vooraf genoemd als een der favorieten, zou zich niet mengen in de debatten, de Oekraïner had besloten om forfait te geven voor de etappe van vandaag.

Julio Alberto Pérez Cuapio was de eerste coureur die een richttijd neerzette voor de favorieten: 29.38". Daarmee was hij ruim anderhalve minuut sneller dan de toenmalige rapste tijd van de jonge Italiaan Giovanni Visconti. Een dik halfuurtje kon de Mexicaan genieten, want toen verscheen een gepatenteerd tijdrijder op het startschavot: David Zabriskie. De CSC-coureur, die tijdens zijn beklimming al de eerder gestarte Pietro Caucchioli en Francis Mourey opraapte, klokte na een kleine dertien kilometer 24 seconden sneller af dan Pérez Cuapio: 29:14".

Een straffe tijd, waar menig renner zich in het vervolg van de chrono op zou stukbijten. Leonardo Piepoli echter niet. De ancien, die onderweg al enkele seconden sneller was dan de Amerikaans kampioen tijdrijden, wist zich op het buitenblad naar een tijd onder de 29 seconden te trappen: 28.56". Daarmee was hij ruim achttien seconden sneller dan Zabriskie. Voor de tenoren van deze Giro een harde dobber.

Dat bleek toen onder meer Paolo Savoldelli (30.41"), Stefano Garzelli (29:24"), Riccardo Riccò (30:46), Eddy Mazzoleni (29:28") en Damiano Cunego (29:33") niet konden tippen aan Piepoli's nummertje. Vooral de tijd van de Cobra van Formigine was teleurstellend, omdat hij de Izoard gisteren nog als snelste had beklommen; 45 seconden sneller dan de groep der favorieten. Riccò was echter niet de enige die niet thuis gaf, zijn kopman Gilberto Simoni was ook niet al te best. Gibo moest maarliefst 1.05" toegeven op zijn adjudant en finishte op 30:01".

Toen ook in het vervolg van de race niemand in staat bleek om de tijd van Piepoli enigszins te evenaren, groeide bij de oude krijger het geloof in een goede afloop. Dat was echter zonder Marzio Bruseghin gerekend. De Italiaans kampioen tegen het uurwerk, die onderweg nog enkele tellen langzamer was dan Piepoli, wist zich met een krachtige eindsprint één seconden voor de Saunier Duval-coureur te plaatsen: 28.55".

Die tijd was goed genoeg voor de dagzege, want Danilo Di Luca bleef met 29:03" enkele seconden achter diens landgenoot. Wel deed la maglia rosa goede zaken voor het algemeen klassement, want al zijn concurrenten kregen tijd aan de broek. Vooral Simoni zal zeer ontevreden zijn over zijn optreden vandaag.

Uitslag:

Klassement: