Tienduizenden Hollandse knuffels voor aidsbaby's

Dorien Striekwold nam zich twee maanden geleden voor "iets concreets" te gaan doen om de honderdduizenden aidsbaby's in Zuid-Afrika te helpen. Maar het initiatief om knuffels in te zamelen voor de zieke kinderen liep enigszins uit de hand.

De 39-jarige huisvrouw uit Geldrop heeft op dit moment honderden dozen met tienduizenden knuffels in een loods staan. Tientallen vrijwilligers, verspreid over achttien inzamelpunten in het land, helpen haar de pluchen beesten samen te brengen en op te slaan in dozen.

"Heel veel mensen zien de beelden of horen de verhalen en zeggen iets te willen doen", vertelt Striekwold. "Maar weinig mensen voegen de daad echt bij het woord."

De Geldropse echter wel, zodat ze nu al bijna twee maanden een dagtaak heeft aan het beantwoorden van alle reacties, het regelen van opslag voor de knuffels en het organiseren van het vervoer naar de Zuid-Afrikaanse provincie KwaZulu-Natal. Elke dag ontvangt ze tientallen mails met mensen die teddyberen, dozen, opslagruimte en praktische of financiële hulp aanbieden.

Ook op de website knuffelactie.nl is het al weken een drukte van belang, mede dankzij de aandacht die 3fm-deejay Giel Beelen. "Het is nu vooral de grote vraag hoe we de bijna 100 kuub aan knuffeldieren in Zuid-Afrika krijgen", bekent Striekwold. Zij onderhoudt intensief contact met de organisatie Aids Babies, die haar daarbij wil helpen.

De Geldropse weldoenster zoekt echter nog transportbedrijven die haar belangeloos van dienst willen en kunnen zijn. "Of mensen die een klein bedrag kunnen missen om ons te steunen", legt ze uit. Het hele vakantiepotje van het gezin Striekwold is al in het project gaan zitten en de huisvrouw heeft zelfs haar trouwjurk op marktplaats te koop gezet om geld in te zamelen voor het transport van de Teddy's en Nijntjes.

Het is de bedoeling dat de wagonlading knuffels in de loop van maart naar KwaZulu-Natal wordt vervoerd. De onveilige provincie in het noordoosten van het land wordt beschouwd als het epicentrum van de aidsepidemie. De meeste weeskinderen worden niet ouder dan acht. Het gebied ontvangt amper overheidssteun en er zitten nauwelijks hulporganisaties.