Saudische sjeik: sjiieten zijn ongelovig
De invloedrijke Saudische geestelijke sjeik Abdel-Rahman al-Barrak heeft vrijdag de sjiieten als ongelovig bestempeld. Het religieuze decreet (fatwa) van de soennitische leider komt in een tijd dat de spanningen tussen sjiieten en soennieten in onder meer Irak toenemen.''De sjiieten zijn de ergste van de islamitische sekten. Zij hebben alle kenmerken van ongelovigen'', stelt al-Barrak in zijn decreet, dat op radicale islamitische websites te lezen is. ''Zij zijn echt polytheïstische ongelovigen, hoewel zij dat verbergen'', aldus al-Barrak, verwijzend naar theologische verschillen tussen soennieten en sjiieten, zoals de verering van relikwieën waarvan de soennieten in Saudi-Arabië niets moeten hebben.
De bezorgdheid over de oplopende spanningen tussen soennieten en sjiieten in Irak, maar ook in Libanon groeit in het soennitische Saudi-Arabië, waar de islam is ontstaan. In Saudi-Arabië klaagt de sjiitische minderheid over discriminatie.
''De soennitische en sjiitische scholen van de islam'' zijn zo tegengesteld aan elkaar dat ze nooit tot overeenstemming kunnen komen, tenzij de soennieten hun principes opgeven, meent al-Barrak. Hij is één van de 38 geestelijken die deze maand de soennieten in de wereld opriepen hun broeders in Irak te steunen.
Sjiisme
Het sjiisme is de op één na grootste stroming binnen de Islam. Het aantal aanhangers bedraagt ongeveer 18% van de moslims. Het soennisme is de grootste stroming binnen de islam met circa 80%.
Er zijn slechts vier landen ter wereld met een sjiitische meerderheid: Iran (93%), Bahrein (70%), Azerbeidzjan (65%) en Irak (60%). Alle andere moslimlanden kennen een meerderheid van soennieten. Jemen en Libanon hebben een grote sjiitische minderheid, respectievelijk 40 en 35%.
Het verschil tussen sjiieten en soennieten ontstond al meteen na de dood van de profeet Mohammed in 632. Tijdens de vraag wie hem moest opvolgen als kalief, leider van de moslims, koos een meerderheid voor Abu Bakr, een vertrouweling van de profeet (de soennieten). Maar één groepje mannen was juist voor Ali, de neef van Mohammed die getrouwd was met de dochter van de profeet, Fatima. Dat is uiteindelijk de sjiitische stroming geworden.
Het schisma tussen beide groepen is religieus en cultureel van aard en wordt wel eens vergeleken met de tegenstelling tussen katholieken en protestanten binnen het christendom.
